2
Selecteer <Instellingen IP-adr.>, en druk op
3
Geef het IP-adres, het subnetmasker en het gateway-adres (of de standaardgateway).
●
Selecteer het item dat u wilt instellen en druk op
Adressen invoeren
●
Gebruik
gebruik het numerieke toetsenblok om de waarde te verhogen / verlagen.
Als u niet zeker weet welk IP-adres u moet invoeren
●
Het IP-adres kan worden bepaald uit de routerinstellingen van het netwerk.
vaststellen dat aan het apparaat wordt toegewezen(P. 146)
5
Verricht een harde reset.
➠
De instellingen worden ingeschakeld nadat een harde reset is verricht.
Controleren of de instellingen juist zijn
●
Controleer of het scherm van de externe UI kan worden weergegeven met uw computer.
afstand starten(P. 295)
Als u het IP-adres hebt gewijzigd na de installatie van het printerstuurprogramma
●
U moet een nieuwe poort toevoegen.
Het IP-adres vaststellen dat aan het apparaat wordt toegewezen
Als u een vast IP-adres voor het apparaat wilt gebruiken, ziet u hieronder hoe u het IP-adres kunt bepalen.
/
om naar het doelveld te gaan (een door punten gescheiden invoergedeelte), en
Een harde reset verrichten(P. 422)
Printerpoorten configureren(P. 167)
Netwerk
.
, voer een adres in en druk op
146
.
Het IP-adres
De UI op