In de songmode, wordt deze gebruikt om het afspelen
van de song tijdelijk te pauzeren (zie blz. 52).
!6 [START/STOP] knop.
Als de stijlmode is geselecteerd, stopt en start dit
beurtelings de automatische begeleiding (zie blz. 35).
In de songmode, start en stopt dit beurtelings het
afspelen (zie blz. 51).
!7 [INTRO/ENDING] / [
Als de stijlmode is geselecteerd, worden hiermee de
Intro en Ending functies bediend (zie blz. 35). Als de
songmode is geselecteerd wordt dit gebruikt als een
"terugspoel" knop of om het song afspelen terug te
zetten richting het begin.
!8 [MAIN/AUTO FILL] / [
Als de stijlmode is geselecteerd, worden hiermee de
begeleidingssecties gewijzigd en de Auto Fill functie
bediend (zie blz. 40). Als de songmode is geselecteerd,
wordt dit als een vooruitspoelknop gebruikt of om het
song afspelen verder te zetten richting het eind.
!9 [TEMPO/TAP] knop.
Deze knop wordt gebruikt om de tempo-instelling op
te roepen, waardoor u het tempo met het numerieke
toetsenbord of de [+]/[-] knoppen in kunt stellen (zie
blz. 20). U kunt er ook het tempo mee intikken en
automatisch een geselecteerde song of stijl starten op
het ingetikte tempo (zie blz. 36).
I Achter Paneel
@6 MIDI IN, OUT aansluitingen
Deze zijn om andere MIDI instrumenten en apparaten
op aan te sluiten (zie blz. 67).
@7 SUSTAIN aansluiting
Hier kunt u een optionele FC4 of FC5 voetschakelaar
op aansluiten voor het bedienen van de sustain, net als
het demperpedaal op een piano (zie blz. 9).
REW] knop
FF] knop
@ 6
@ 7
Bedieningspaneel en aansluitingen
@0 [SONG] knop.
Dit is om song selectie mogelijk te maken (zie blz. 50).
@1 [STYLE] knop.
Dit is om stijl selectie mogelijk te maken (zie blz. 34).
@2 [VOICE] knop.
Dit is om voice selectie mogelijk te maken (zie blz.
23). Ingedrukt houden van deze knop roept de Melody
Voice Change functie op (zie blz. 52).
@3 [SONG MEMORY] knoppen
Deze knoppen ([RECORD], [1] - [5], [A]) worden voor
song opname gebruikt, waardoor u tot zes verschillende
sporen (tracks) van een song op kunt nemen (inclusief
een speciaal akkoordspoor) (zie blz. 56). Ze worden
ook gebruikt om data van alle of een specifiek spoor
van een User song te wissen (zie blz. 59, 58).
@4 REGISTRATION MEMORY knoppen
Deze worden gebruikt voor selecteren en opnemen
van de Registratie Memory Presets (zie blz. 48).
@5 [PITCH BEND] wiel
Deze wordt gebuikt voor het
verhogen of verlagen van de
toonhoogte van de voices terwijl u
speelt. Het pitch bend bereik van
het wiel kan ook worden ingesteld
(zie blz. 27).
@ 8
@ 9
@8 PHONES/OUTPUT aansluiting
Hier kunt u een stereo hoofdtelefoon of een extern
versterker/luidsprekersysteem op aansluiten (zie blz. 9).
@9 DC IN 10-12V aansluiting
Deze is om een PA-3B AC power adapter op aan te
sluiten (zie blz. 8).
7