▪ Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel
om deze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die
manier zal de moer niet scheuren en lekken.
a
b
c
d
a
Momentsleutel
b
Moersleutel
c
Leidingverbinding
d
Flaremoer
Leidingmaat
Aanhaalmome
(mm)
nt (N•m)
Ø6,4
15~17
Ø9,5
33~39
Ø12,7
50~60
Ø15,9
62~75
Ø19,1
90~110
14.2.4
Richtlijnen voor het buigen van leidingen
Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten
moeten zo zacht mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm
bedragen of meer zelfs).
14.2.5
Het uiteinde van een buis verbreden
VOORZICHTIG
▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas
veroorzaken.
▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik
nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen
koelgas kan lekken.
▪ Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden
meegeleverd. Andere getrompte moeren gebruiken kan
koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar
beneden zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
a
b
a
Snijd precies in rechte hoeken af.
b
Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op
de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond
op de volgende afbeelding.
A
Verbredingsgeree
dschap voor
Koppelingstype
R410A
(Ridgid-type)
(koppelingstype)
A
0~0,5 mm
1,0~1,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
RXYSQ4~6T8V/YB(*)
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482275-1B – 2020.10
Flareafmetinge
Flarevorm
n (A) (mm)
(mm)
90°
±2
8,7~9,1
ØA
12,8~13,2
16,2~16,6
R=
0.4~0.8
19,3~19,7
23,6~24,0
Normaal trompgereedschap
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
1,5~2,0 mm
14 Installatie van de leidingen
a
b
c
a
De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken
vertonen.
b
Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een
perfecte cirkel verbreed zijn.
c
Controleer of de flaremoer is aangebracht.
14.2.6
Het uiteinde van een buis solderen
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale
leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de
afbeelding.
≤Ø25.4
1
1
▪ Tijdens het solderen, blaas stikstof erdoorheen om te beletten dat
er zich een grote geoxideerde film zouden vormen langs de
binnenzijde van de buizen. Deze film heeft een negatief effect op
de kleppen en compressoren in het koelsysteem en zorgt dat de
installatie slecht gaat werken.
▪ Stel met de drukregelaar de stikstofdruk in op 20 kPa (0,2 bar)
(juist genoeg opdat dit op de huid voelbaar is).
a
b
f
a
Koelmiddelleiding
b
Te solderen deel
c
Kleefband
d
Handmatige klep
e
Drukregelaar
f
Stikstof
▪ Gebruik GEEN antioxidanten om de buizen samen te solderen.
Door resten kunnen leidingen verstopt raken en kan uitrusting stuk
gaan.
▪ Gebruik GEEN vloeimiddel wanneer u koelmiddelleidingen koper
op koper soldeert. Gebruik fosfor-kopersoldeervulstof (BCuP),
zodat er geen vloeimiddel nodig is.
Vloeimiddel
heeft
een
koelmiddelleidingsystemen. Als u bijvoorbeeld vloeimiddel op
chloorbasis gebruikt, dan gaan leidingen corroderen. En als het
vloeimiddel fluor bevat, dan zal dat de koelmiddelolie aantasten.
▪ Bescherm omliggende oppervlakken (bijv. isolatieschuim) tijdens
het solderen altijd tegen de hitte.
14.2.7
Gebruik van de afsluiter en servicepoort
Omgaan met de afsluiter
Houd rekening met de volgende richtlijnen:
▪ Houd alle afsluiters open tijdens de werking.
▪ De gas- en vloeistofafsluiter zijn in de fabriek gesloten.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
c
d
e
f
zeer
schadelijke
invloed
op
21