FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
Functie
Lage oliedruk
Overtoeren
Storing
motorcommunicatie/
afstandsbediening
Sensor/actuator buiten
bereik
ENGINE GUARDIAN SYSTEM
Het Engine Guardian System bewaakt de uiterst belangrijke sensoren op de motor voor vroege aanwijzingen
van problemen. Het systeem reageert op een probleem door een continu signaal te laten horen en/of het
vermogen van de motor te verminderen ter bescherming van de motor.
Waarschuwingshoorn
Geluid
Continu signaal
Continu signaal
Onderbroken
signaal
Eén piep (lopende
motor)
Continu signaal
35
Beschrijving
Het motorbewakingssysteem is
geactiveerd. De vermogenslimiet
hangt af van de beschikbare
oliedruk. Zet de motor af en
controleer de oliepeilstok. Voeg zo
nodig olie toe. Raadpleeg
Brandstof en olie ‑ Motorolie
controleren en toevoegen.
De waarschuwingshoorn wordt
altijd geactiveerd als het
motortoerental het maximaal
toelaatbare toerental overschrijdt.
Het systeem houdt het
motortoerental binnen het
toegestane bereik. Een te hoog
toerental geeft een toestand aan
die gecorrigeerd moet worden. Een
te hoog toerental kan veroorzaakt
worden door een onjuiste
schroefspoed, motorhoogte,
trimhoek, opklaphoek (varen in
ondiep water) enz.
Het motorbewakingssysteem is
geactiveerd. De vermogenslimiet
zal het motortoerental tot stationair
beperken.
Er kan een storing zijn opgetreden
in een van de motorfuncties. Laat
uw dealer de motor spoedig
nakijken.
Het motorbewakingssysteem is
geactiveerd. De
vermogensbegrenzing zal het
motortoerental tot stationair of tot
75% beperken, afhankelijk van de
storing.