Bergaf rijden
Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen. Daarom dient u er zeker
van te zijn dat er een veilige weg naar beneden is, voordat u aan een beklimming begint.
Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan schuiven.
Houd een constante snelheid aan en/of versnel iets om het voertuig opnieuw onder controle te
krijgen.
Dwars op een helling rijden
Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden. Is het toch noodzakelijk, wees dan uiterst
voorzichtig. Wanneer u dwars op een steile helling rijdt kunt u kantelen. Bovendien kunt u op
gladde of onvaste oppervlakken oncontroleerbaar wegschuiven. Probeer nooit uw voertuig
bergafwaarts te draaien door te schuiven. Vermijd alle voorwerpen of inzinkingen die de
overhelling van het voertuig naar één zijde nog versterken, om te voorkomen dat het voertuig
kantelt.
Steile dalingen
Dit voertuig zal gewoonlijk stoppen wanneer de voor- of achterwielen over een steile daling
rijden. Als het om een steile, diepe afgrond gaat zal het voertuig met zijn neus naar beneden
duiken en kantelen.
WAARSCHUWING
Vermijd steile dalingen. Keer om en kies een alternatieve route.
Rijtechnieken
Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen oplopen. Geef
maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken blijkt dat snel genomen bochten
vaak tot ongelukken en verwondingen leiden. Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als hij met
zijn volle gewicht op u valt kunt u makkelijk gekneld raken.
Dit voertuig dient niet om te springen en is, net als u, niet in staat om de energie van een zware
schok op te vangen. Als u op twee wielen probeert te rijden kan uw voertuig kantelen en op u
terechtkomen. Deze beide stunts zijn erg gevaarlijk voor u en moeten tot elke prijs worden
vermeden.
Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen aan het stuur te
houden, waar u alle bedieningselementen binnen handbereik heeft. Dit geldt ook voor uw
voeten. Om het gevaar voor verwonding van benen of voeten tot een minimum te beperken,
moet u uw voeten altijd op de voetsteunen zetten. Draai uw tenen niet naar buiten en steek uw
voet niet uit in de bochten, om te voorkomen dat hij zou blijven haken aan obstakels of in contact
komen met de wielen.
45