CARROSSERIE/CHASSIS
Motorcompartiment
Controleer het mo torcompa rtime nt op
beschadigingen en lekkage. Ga na of alle
slangklemmen goed vastzitten en de slangen
niet geknikt zijn, geen barsten of andere
beschadigingen vertonen.
Inspecteer de knalpot, accu en reservoir-
bevestigingselementen.
Controleer de elektrische aansluitingen op
corrosie en stevigheid.
Vervang beschadigde onderdelen of laat ze
repareren.
Toestand trekhaak/bal (indien
geïnstalleerd)
Controleer of de bevestigingselementen
goed vastzitten en of de bal vastzit en in
goede staat verkeert. Span losgekomen
elementen goed aan en vervang de bal als hij
versleten is.
Bevestigingselementen
Controleer de toestand en vastheid van alle
bevestigingselementen van het voertuig.
Span losgekomen elementen aan.
Zittingbevestigingen
Controleer of de bevestigingen van de zitting
stevig vastzitten. Aanspannen of vervangen,
indien nodig.
Reiniging en bescherming
voertuig
Spuit het voertuig nooit schoon met een
hogedrukreiniger. GEBRUIK ALLEEN LAGE
DRUK (bijv. een tuinslang). Hoge druk kan
e l e k t r i s c h e o f m e c h a n i s c h e s c h a d e
aanrichten.
Beschadigingen aan gelakte onderdelen
moeten zorgvuldig worden herschilderd om
roest te voorkomen.
Was de carrosserie indien nodig met heet
zeepsop (gebruik enkel milde reinigingspro-
ducten). Breng een niet-schurende wax aan.
LET OP: Reinig kunststofonderdelen nooit
met agressieve schoonmaakmiddelen,
ontvetters, verfverdunner, aceton e.d.
118