INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
4. BEDIENDEEL COMMANDO'S
Programmeren van bloktoekenning en kenmerken
Elke code kan geprogrammeerd worden om te functioneren in elk blok.
Ook zijn een aantal code kenmerken beschikbaar, de kenmerken bepalen welke rechten een code heeft.
Standaard krijgt elke code de kenmerken van de code waar deze mee wordt aangemaakt.
Bijvoorbeeld indien u de hoofdcode gebruikt om codes aan te maken dan zullen deze nieuwe codes de zelfde
kenmerken als de hoofdcode.
De bloktoekenning en kenmerken kunt u wijzigen door onderstaande instructie te volgen.
Het is niet mogelijk om de bloktoekenning en kenmerken van de hoofdcode te wijzigen.
De hoofdcode is toegekend aan alle blokken en alle kenmerken met uitzondering van het "Sirene puls bij in-
/uitschakelen" kenmerk actief.
Blok toekenning programmeren
Voer [*] [5] [Hoofdcode] [98];
Voer het 2 cijferige code nr. in van de code waarvan u de bloktoekenning wilt wijzigen;
Selecteer de blokken waarvoor de code moet worden geactiveerd 1-8;
OPMERKING: Blok toekenning programmering is alleen mogelijk met het LCD bediendeel V3.x.
Code kenmerken programmeren
Voer [*] [5] [Hoofdcode] [99];
Voer het 2 cijferige code nr. in van de code waarvan u de kenmerken wilt wijzigen;
Selecteer de blokken waarvoor de code moet worden geactiveerd 1-8;
Onderstaand de beschikbare kenmerken:
Kenmerk [1]
Kenmerk [2]
Kenmerk [3]
Kenmerk [4]
Kenmerk [5]
Kenmerk [6]
Kenmerk [7]
geactiveerd worden zodra de code wordt gebruikt om in- of uit- te schakelen.
Dit is bijvoorbeeld een handige optie om bij gebruik van draadloze afstandbediening de sirene kort te
activeren terwijl bij gebruik van andere codes de sirene stil blijft.
Kenmerk [8]
schakelen (reset om middernacht)
OPMERKING: Indien het item "Sirene puls bij in-uitschakelen" parameter [014], optie [1] is geactiveerd
zal de sirene klinken bij gebruik van elke code, ongeacht kenmerk 7.
Installateur programmering – codes en kenmerken.
Er zijn twee codes welke door de installateur vanuit de installateur programmering kunnen worden
geprogrammeerd, het betreft de Installateur code en de onderhoud code, alle ander codes kunnen zoals reeds
eerder vermeld worden geprogrammeerd d.m.v. het [*][5] commando.
Het is ook mogelijk dat de hoofdcode middels het [*][5] commando kan worden gewijzigd (toegangcode 40.
De onderhoudscode alleen worden gebruikt om het systeem in- en uit- te schakelen, de onderhoudscode kan
geen groepen overbruggen, niet gebruikt worden voor het [*][9] commando, niet gebruikt worden om auto-
inschakeling uit te stellen en niet gebruikt worden voor de [*][7] uitgang functies.
Indien de optie Code nodig voor overbruggen is geactiveerd, zal een geldige toegangscope noodzakelijk
zijn om zone's te overbruggen.
Installateur code ............................................................................... Parameter [006]
Onderhoud code ............................................................................... Parameter [008]
Code nodig voor overbruggen ........................................................ Parameter [015]:[5]
Toegang tot [*][5] functie
Dwangcode
Overbruggen van zones toegestaan
Escort5580 toegang geactiveerd;
Niet gebruikt
niet gebruikt
Sirene puls bij in- / uit-schakelen, wanneer dit kenmerk actief is zal de sirene kort
Eenmalige code – gebruiker kan een keer per dag de code gebruiken om systeem ui te
Centraal Controle Paneel
PC1616-PC1864