Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
Centraal Controle Paneel
PC1616-PC1864
2. INSTALLEREN VAN DE PC1616 – PC1864
2.10. BEDIENDEELGROEPEN
Elk „Z" bediendeel heeft een groep ingang waarop een component zoals een deurcontact aangesloten kan
worden. Hierdoor is het niet nodig voor elke component bedrading te leggen naar de centrale.
Om het bediendeel te installeren opent u het deksel. Sluit vervolgens de 4 draden van de keybus aan: de rode
kabel naar R, de zwarte kabel naar B, de gele kabel naar Y en de groene kabel naar G.
De groep sluit u aan tussen de aansluitpunten Z en B, Indien de detector spanning verreist kunt u gebruik
maken van de voeding voor de bedienpost.
Als de EOL bewaking wordt gebruikt, sluit u de groep overeenkomstig de configuratie in hoofdstuk 2.8
„Groepbedrading" aan. EOL weerstanden dienen aan het einde van de lus te worden geplaatst, niet in het
bediendeel.
OPMERKING: Bediendeel groepen ondersteunen geen DEOL lussen.
Bediendeel groepen toewijzen
Als de ingangen van de bediendelen worden gebruikt dan moet aan iedere ingang een groepnummer worden
toegewezen. Alle geïnstalleerde bediendelen moeten zijn ingelezen met het gewenste adres hoofdstuk 2.6
„Toewijzing bediendelen".
Ga naar de programmering naar parameter [020] om de groepen toe te wijzen. Deze parameter bestaat uit 8
programmeer locaties, één voor ieder bediendeel. Voer een 2-cijferige groepnummer in voor iedere bediendeel
groep. Dit nummer moet in de positie worden ingevoerd, passend bij het bediendeel waarop de groep is
aangesloten.
OPMERKING: Bediendeel groepen 1 - 8 vervangen groepen 1 - 8 op het centraal controle paneel.
OPMERKING: Zijn de bediendeel groepen toegewezen dan moet u ook de groep definiëring en de groep
kenmerken programmeren (zie ook hoofdstuk 5.4 „Bediendeel groepen toewijzen").
Advertenties
Inhoudsopgave
