®
PAS
Micro Series
Airline-ademluchttoestel/ademluchtvluchttoestel met PAS ASV
1
Voor uw veiligheid
1.1
Algemene veiligheidsvoorschriften
●
Het
is
belangrijk
om
voor
gebruik
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen.
●
Volg de gebruiksaanwijzing strikt op. De gebruiker moet de instructies
volledig begrepen hebben en strikt opvolgen. Gebruik het product
alleen waarvoor het bedoeld is, zoals gespecificeerd in het document
onder 'Beoogd gebruik'.
●
Gooi deze gebruiksaanwijzing niet weg. Zorg ervoor dat de
gebruiksaanwijzing wordt bewaard en op de juiste manier wordt
gebruikt door gebruikers van het product.
●
Dit product mag alleen worden gebruikt door getraind personeel.
●
Het is belangrijk de lokale en nationale voorschriften na te leven die
van toepassing zijn op dit product.
●
Het product mag alleen worden geïnspecteerd, gerepareerd en
onderhouden door getraind personeel. Dräger adviseert het afsluiten
van een Dräger-servicecontract voor alle onderhoudsactiviteiten en
alle reparaties te laten uitvoeren door Dräger.
●
Dit product moet worden geïnspecteerd en onderhouden door getraind
personeel, zoals gespecificeerd in dit document onder 'Onderhoud'.
●
Maak alleen gebruik van originele Dräger-onderdelen en -accessoires,
om de juiste werking van het product te kunnen blijven garanderen.
●
Maak geen gebruik van een kapot of onvolledig product, en voer zelf
geen aanpassingen uit aan het product.
●
Stel Dräger op de hoogte als zich fouten of defecten in de onderdelen
voordoen.
●
De luchttoevoer moet aan de eisen voor ademlucht voldoen, volgens
EN12021.
1.2
Definities van waarschuwingspictogrammen
In dit document worden waarschuwingspictogrammen gebruikt om in tekst
te voorzien en te benadrukken waar de gebruiker extra aandacht aan moet
besteden. Een definitie van de betekenis van elk pictogram volgt hierna:
WAARSCHUWING
!
Geeft aan dat er sprake is van mogelijk gevaar dat, als het niet
vermeden wordt, de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG
!
Geeft aan dat er sprake is van mogelijk gevaar dat, wanneer het
niet vermeden wordt, lichamelijk letsel of schade aan het product
of het milieu tot gevolg kan hebben. Het kan ook worden gebruikt
om te waarschuwen tegen onveilig handelen.
AANWIJZING
i
i
Geeft aanvullende informatie over het gebruik van het apparaat
aan.
2
Beschrijving
2.1
Productoverzicht
Deze
variant
van
de
Dräger
PAS Micro
adembescherming bij werken in een besmette omgeving door
gebruikmaking van een luchtslang, en bij vluchten uit een besmette
omgeving door gebruikmaking van een ademluchtcilinder.
Deze uitrusting is leverbaar in versies voor 10, 15 of 20 minuten. Dit zijn
de nominale: vluchttijden die bepaald worden door de capaciteit
(volume en nominale druk) van de geselecteerde ademluchtcilinder.
De daadwerkelijke vluchttijd is ook afhankelijk van de snelheid waarmee
de drager de lucht uit de cilinder verbruikt (de ademsnelheid).
De hoofdeigenschappen van het product luiden als volgt:
●
Het draagsysteem heeft een bandenstel voor de schouders, een
heupriem en een cilinderband aan de achterzijde.
●
De drukregelaar (afb. 1, item 3) zit direct op de ademluchtcilinder en
verlaagt de cilinderdruk tot de middendruk die nodig is op de
ademautomaat (afb. 1, item 1).
●
Het
koppelstuk
van
de
luchtslang
mannetjessnelkoppeling die gebruikt wordt om een onafhankelijke
luchtaanvoer te koppelen voor luchtslanggebruik.
●
De
Dräger
PAS ASV
(automatisch
ademluchtcilinder en ademautomaat worden hieronder beschreven.
2.1.1
PAS ASV
De Dräger PAS ASV (afb 1, Item 2) zorgt ervoor dat de PAS Micro gebruikt
kan
worden
met
een
onafhankelijke
fabrieksluchtslang of een andere luchttoevoer (bijv. Dräger PAS AirPack).
Het overschakelventiel schakelt automatisch tussen de luchtslangtoevoer
en de PAS Micro ademluchtcilinder met een ononderbroken luchttoevoer
naar de drager tijdens het schakelen.
Zie afb. 2
AL (ademluchtslang)
Invoer vanaf een onafhankelijke luchttoevoer
BA (ademluchttoestel) Invoer vanaf de PAS Micro ademluchtcilinder
LDV (ademautomaat)
Uitvoer naar de ademautomaat
Tijdens het gebruik van de luchtslang is de PAS Micro verbonden met een
onafhankelijke luchttoevoer van hoge ademkwaliteit en is het PAS Micro
cilinderventiel open. De PAS ASV gebruikt de onafhankelijke luchttoevoer
als de primaire toevoer van ademlucht naar de drager en de PAS Micro
ademluchtcilinder als de vluchtvoorraad.
●
Als de druk van de onafhankelijke luchttoevoer boven een vooraf
ingestelde schakeldruk blijft, ademt de drager uit de onafhankelijke
luchttoevoer.
●
Als de druk van de onafhankelijk luchttoevoer beneden de vooraf
ingestelde schakeldruk valt, schakelt de PAS ASV automatisch in om
de drager van lucht te voorzien uit de ademluchtcilinder, en fluit de
PAS ASV (afb. 2, Item 1). De fluit wordt gevoed door de
ademluchtcilinder en klinkt daardoor onophoudelijk, terwijl de drager
lucht krijgt vanuit de ademluchtcilinder.
●
Als de druk van de onafhankelijke luchttoevoer herstelt (toeneemt
boven de vooraf ingestelde schakeldruk), schakelt de PAS ASV terug
naar de onafhankelijke luchttoevoer en stopt het gefluit.
Zie de technische gegevens (sectie 8) voor de PAS ASV werkdrukken.
2.1.2
Ademluchtcilinder
Cilinders zijn verkrijgbaar met een nominale werkdruk van 200 of 300 bar
en zijn gemaakt van staal, aluminium of kunststofcomposiet. De druk in de
ademluchtcilinder wordt weergegeven op de inhoudsindicatie op de
cilinder. Alleen ademluchtcilinders die in de Dräger-certificering vermeld
zijn, zijn toegelaten voor gebruik in combinatie met de PAS Micro. Neem
contact op met Dräger voor verdere informatie.
PAS
®
is een geregistreerd handelsmerk van Dräger
1
van
dit
product
de
2
4
6
7
Series
voorziet
in
9
(afb. 1,
Item 4)
is
een
2.1.3
Ademautomaat (LDV)
Er is een breed scala Dräger ademautomaten die compatibel zijn met deze
overschakelventiel),
uitrusting, waarbij de keuze van de koppeling (afb. 3, item 1) afgestemd
wordt op de koppeling van het volgelaatsmasker (zie onderstaande tabel):
LDV-
koppeling
luchttoevoer
zoals
een
A
AE
N
Tijdens het gebruik wordt de ademautomaat automatisch geactiveerd,
wanneer
de
ademluchttoevoer naar het gelaatsmasker in reactie op de ademsnelheid
van de drager.
●
Wanneer bij overdruksystemen de ademautomaat geactiveerd is, blijft
de luchttoevoer open tot deze door de gebruiker gesloten wordt.
Overdrukventielen hebben een resetknop (afb. 3, item 2), waarmee
het ventiel, indien nodig, gesloten kan worden. Een druk op de
resetknop sluit de luchttoevoer om de luchtstroom via de
ademautomaat uit te schakelen.
●
Bij onderdruksystemen wordt de luchttoevoer automatisch gesloten
om de luchtstroom via de ademautomaat uit te schakelen.
2.2
Beoogd gebruik
Wanneer
dit
volgelaatsmasker, ademluchtcilinder, ademautomaat en onafhankelijke
luchttoevoer, voorziet het de drager van adembescherming bij werken in,
en vluchten uit, besmette of zuurstofarme omgevingslucht. Het is bestemd
voor gebruik bij toepassingen waar adembescherming van hoog niveau
gewenst is. De apparatuur is bedoeld om gebruikt te worden bij een
combinatie
evacuatiedoeleinden, maar het kan ook gebruikt worden bij alleen
evacuatiedoeleinden.
De ademluchtcilinder, het gelaatsmasker (volgelaatsmasker volgens
EN 136 klasse 2 of 3) en andere accessoires die in combinatie met dit
product worden gebruikt, moeten gecertificeerde Dräger-componenten
zijn die in een toegelaten configuratie toegepast zijn, anders kan de
3
1
1
3718
5
3723
1
2
3
8
3720
10
3626
Gelaatsmasker-
Type
Koppelingstype
koppeling
P
Overdruk
Insteekconnector –
Dräger-specifiek
PE
Overdruk
Schroefconnector –
M45x3 conform
EN 148-3
RA
Onderdruk
Schroefconnector –
40mm ronde draad
conform EN 148-1
drager
ademhaalt,
en
hij
regelt
vervolgens
product
gebruikt
wordt
met
een
van
toepassingen
van
airline-toepassingen/
Gebruiksaanwijzing
i
correcte werking van de uitrusting in gevaar komen. Neem contact op met
Dräger voor verdere informatie.
2.3
Beperkingen in het gebruik
Het apparaat is niet goedgekeurd voor gebruik in CBRN-toepassingen
(cbrn: chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair).
Gebruik in mogelijk explosieve omgevingen
●
De PAS Micro Series zijn type getest als geschikt voor gebruik in
mogelijk explosieve omgevingen. De elektronische onderdelen zijn
ATEX-gecertificeerd. De combinaties zijn geschikt voor gebruik in
3733/3732
gevaarlijke zones tot en met zone 0 en zone 20. De combinaties
kunnen
worden
gebruikt
2
gasexplosiegroep IIC, met uitzondering van combinaties die gebruik
maken van de f2-lijn van gelaatsmaskers, die alleen geschikt zijn voor
gebruik in omgevingslucht conform de gasexplosiegroep IIB.
●
Vul de cilinder niet in een mogelijk explosieve omgeving.
2.4
Toelatingen
De Europese normen, richtlijnen en regelgevingen op basis waarvan dit
product is goedgekeurd, staan beschreven in de conformiteitsverklaring
(zie conformiteitsverklaring of www.draeger.com/product-certificates).
3717
3
Gebruik
WAARSCHUWING
!
De tijd die de gebruiker nodig heeft om naar een veilige zone te
vluchten moet binnen de capaciteit van deze uitrusting vallen,
waarbij rekening dient te worden gehouden met het ademsnelheid
van de drager. Bij de keuze van het type en de gebruiksduur van
het vluchttoestel is het van essentieel belang om rekening te
houden met vluchtroutes en potentiële gevaren.
De cilinder en de luchtkwaliteit van de luchtslang moeten voldoen aan
3734
de eisen voor ademlucht volgens EN 12021. Gebruik geen zuurstof of
met zuurstof verrijkte lucht. De vochtinhoud van ademlucht moet
gecontroleerd worden binnen de EN 12021 limieten om bevriezen
van het apparaat te voorkomen.
Voer een risicoanalyse van de werkplek uit om er zeker van te zijn
dat het niet mogelijk is een verbinding te maken met een
luchtslangtoevoer anders dan inhaleerbare lucht (bijv. Nitrox).
Alvorens luchtslangapparatuur te gebruiken, moet u zich ervan
verzekeren dat de onafhankelijke luchttoevoer voldoet aan de
luchtkwaliteitseisen
slangvereisten in de technische gegevens (zie paragraaf 8), en
3736
uitgebracht is met een toelating voor gebruik, indien nodig.
Positioneer de bron van de onafhankelijke luchttoevoer in een
veilige en onbesmette zone. Dräger beveelt aan dat een controleur
de onafhankelijke luchttoevoer tijdens iedere operatie in de gaten
houdt en onderhoudt.
3.1
Voorbereiding voor gebruik
3.1.1
Visuele inspectie
Verricht
een
visuele
3625
ademluchttoestel, inclusief onderdelen en accessoires. Controleer of het
apparaat schoon en onbeschadigd is en besteed specifieke aandacht aan
de pneumatische onderdelen, slangen en koppelingen. Typische tekenen
van beschadiging die het functioneren van het ademluchttoestel kunnen
beïnvloeden zijn een botsing, slijtage, snijschade, corrosie en verkleuring.
Geef schade direct door aan het servicepersoneel en gebruik het apparaat
niet tot het is gerepareerd.
3.1.2
Plaatsing van de cilinder
1. Controleer of de cilinder volledig gevuld is en de wijzer van de
cilinderdrukmeter binnen de groene zone staat.
2. Leg het draagbandenstel op een schoon en vlak oppervlak.
3713
3. Trek de cilinderband, schouderbanden en heupriem volledig uit.
4. Controleer de schroefdraad op de ventielpoort van de cilinder en
drukregelaar. Zorg ervoor dat de O-ring (afb. 4, item 1) en het
gesinterde filter (afb. 4, item 2) in de regelaar schoon en onbeschadigd
zijn.
5. Zie afb. 5. Schuif de cilinder door de cilinderband en breng het ventiel
op één lijn met de regelaar. Zorg er bij de plaatsing van de cilinder voor
dat de cilinder niet in contact komt met het handwiel van de
drukregelaar om beschadiging te voorkomen.
6. Breng de cilinder op één lijn met het draagbandenstel en schroef dan
het handwiel van de drukregelaar op het cilinderventiel (zie richtingpijl
in afb. 5). Niet volledig vastdraaien.
7. Zie afb. 6. Pak het loshangende deel in de cilinderband (1) om rond de
cilinder te spannen en trek dan de band door de gesp om te zekeren (2).
Doe het losse eind van de band in de geleidingslus (3).
8. Draai het handwiel volledig handvast vast. Gebruik geen gereedschap
en draai niet te strak aan.
3.1.3
Functionele test
WAARSCHUWING
!
de
Als het ademluchttoestel niet voldoet aan de in de functionele tests
beschreven normen of parameters of als er een acute lekkage
waarneembaar is, is er sprake van een systeemfout. Meld de
storing aan getraind onderhoudspersoneel of neem contact op
met Dräger. Gebruik het ademluchttoestel niet totdat de
storingstoestand is verholpen.
1. Verzeker u ervan dat de wijzer van de drukindicator van de cilinder
zich binnen de groene zone bevindt.
2. Overdruksystemen: druk op de resetknop (afb. 3, item 2) om de
ademautomaat uit te schakelen.
3. Open het cilinderventiel langzaam, maar volledig, om het systeem
onder druk te brengen. De fluit op de PAS ASV klinkt.
goedgekeurd
4. Om het luchtverbruik van de cilinder te minimaliseren: verbindt u
onmiddellijk
de
mannetjeskoppeling (afb. 1, item 4), en opent u het ventiel, als de
onafhankelijke luchttoevoer een afsluitventiel heeft. De fluit op de
PAS ASV stopt.
5. Controleer op hoorbare lekkages. Wanneer er een lekkage aanwezig
is, moet u dit onderzoeken en de lekkage herstellen voordat het
product wordt gebruikt (zie paragraaf 4). Gebruik zo nodig een
zeepoplossing om de lekkage te lokaliseren.
WAARSCHUWING
!
Richt de luchtaanvoer niet direct op het gezicht, de ogen of de
huid.
in
omgevingslucht
conform
de
en
de
luchtslangdruk,
stroming
en
inspectie
en
controleer
het
volledige
onafhankelijke
luchttoevoer
aan
de
3361223 (A3-D-P) Pagina 1 van 3