Afdrukken zijn vaag
Los de problemen op door onderstaande stappen te controleren:
Step 1: Papier en tonercartridges controleren(P. 454)
Stap 2: De afdrukkwaliteit aanpassen(P. 454)
Stap 3: De gebruiksomgeving van het apparaat controleren(P. 455)
Stap 4: De speciale verwerkingsinstelling controleren(P. 455)
Step 1: Papier en tonercartridges controleren
Gebruikt u geschikt papier?
●
Controleer of het papier binnen het apparaat bruikbaar is. Zo niet, vervang het dan door bruikbaar papier.
Geschikt papier(P. 18)
Papier laden(P. 105)
●
Stel papierformaat en -soort correct in voor het geplaatste papier.
opgeven(P. 118)
Schilfert de aangebrachte toner af bij sommige papiertypes of gebruiksomgevingen?
Als dat het geval is, kunt u het probleem misschien oplossen door [Fixatieverbetering] in te stellen op [Modus
1]. Als dat niet werkt, selecteer dan [Modus 2].
Scherm [Start] op het bedieningspaneel
aanpassen]
* Als deze instelling is geactiveerd, kunnen er in niet-bedrukte gebieden zogenaamde spookbeelden
verschijnen.
Zijn de tonercartridges aan het einde van hun levensduur?
Onderdelen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Als dit symptoom optreedt, wordt aanbevolen de
tonercartridges te vervangen, ongeacht hoeveel toner er nog in zit of welke meldingen er verschijnen.
tonercartridges vervangen(P. 415)
Stap 2: De afdrukkwaliteit aanpassen
Zijn afbeeldingen verschoven of is het afdrukwerk vaak vaag?
Als u [Vervagen/scheefst. voorkomen] instelt op [Aan], wordt het probleem misschien kleiner.
Scherm [Start] op het bedieningspaneel
aanpassen]
* Als u [Aan] kiest, kan de afdruksnelheid lager worden.
Problemen oplossen
[Menu]
[Speciale verwerking]
[Menu]
[Speciale verwerking]
Papierformaat en -soort
[Aanpassing/onderhoud]
[Fixatieverbetering]
[Aanpassing/onderhoud]
[Vervagen/scheefst. voorkomen]
454
96C7-09A
[Beeldkwaliteit
[Modus 1] of [Modus 2]
De
[Beeldkwaliteit
[Aan]