[Functie-instellingen]
Geef de instellingen op voor het afdrukken en ontvangen van I-Faxen.
* Waarden in rode tekst zijn de standaard instellingen voor ieder onderdeel.
[Algemeen](P. 336)
[Printer](P. 336)
[Ontvangen](P. 336)
[Bestanden gebruiken](P. 336)
[Beveiligde afdruk](P. 336)
[Algemeen]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de instellingen op voor functie-activiteiten, zoals de papierbron en afdrukken.
[Algemeen](P. 338)
[Printer]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de printerinstellingen op.
[Printer](P. 342)
[Ontvangen]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de instellingen op voor I-Faxen.
[Ontvangen](P. 375)
[Bestanden gebruiken]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de instellingen op voor het gebruik van USB geheugenapparaten.
[Bestanden gebruiken](P. 378)
[Beveiligde afdruk]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef op of u de functie Beveiligd afdrukken (Secure Print) wilt gebruiken, die een pincode toewijst voor het
afdrukken.
Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (Beveiligd Afdrukken)(P. 162)
●
Om het afdrukken vanaf een computer te beperken tot Beveiligd afdrukken, kiest u ook [Printeropdrachten
beperken].
Afdrukken vanaf een computer beperken tot Beveiligd afdrukken(P. 252)
●
Om de periode in te stellen waarna de met een pincode verzonden gegevens (beveiligde gegevens) die tijdelijk
in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, worden verwijderd, moet u ook de instelling [Wistijd
beveiligde afdruk] opgeven.
gegevens) bewaard blijven(P. 165)
Onderdelen van het Menu Instellingen
De periode veranderen dat afdrukgegevens met een pincode (beveiligde
336
96C7-076