Een mobiel apparaat rechtstreeks met het apparaat
verbinden (rechtstreekse verbinding)
Verbind een mobiel toestel rechtstreeks met het apparaat via Wi-Fi. U kunt rechtstreeks verbinding maken met het
apparaat zonder een draadloos LAN-netwerk te gebruiken. Iedere keer wanneer u het apparaat gebruikt, moet u het
mobiel toestel handmatig verbinden.
Standaard kunt u iedere keer slechts één mobiel toestel rechtstreeks met het apparaat verbinden.
Gebruik het bedieningspaneel als u een rechtstreekse verbinding wilt maken: plaats het apparaat in de wachtstand en
realiseer vervolgens de verbinding, met behulp van de volgende methode:
De Wi-Fi Instellingen handmatig kiezen
Vereiste voorbereidingen
●
Verricht voorbereidingen zoals het inschakelen van de functie voor rechtstreeks verbinden op het apparaat.
Voorbereidingen voor rechtstreekse verbinding(P. 184)
1
Op het bedieningspaneel selecteert u [Mobiele portal] op het scherm [Start] en drukt
u op
.
Scherm [Start](P. 95)
➠
Het scherm [Mobiele portal] verschijnt.
2
Selecteer [<Verbinden>] en druk op
➠
Het apparaat schakelt naar de wachtstand voor de rechtstreekse verbinding.
●
Binnen 5 minuten nadat u op [<Verbinden>] hebt gedrukt, moet u rechtstreeks verbinding maken met het
mobiele apparaat.
●
U kunt deze stap overslaan als [Verbind vanaf apparaat dat u wilt verbinden.] verschijnt. Druk op
verder naar stap 3.
●
Als [Het maximum aantal draadloze apparaten dat met directe verbinding is verbonden, is bereikt.]
verschijnt, kunt u geen nieuw mobiel toestel verbinden voordat een reeds verbonden mobiel toestel is
ontkoppeld. Om een verbonden mobiel toestel te ontkoppelen, drukt u op [<Verbinding verbreken>]
[Ja]
* Standaard kunt u iedere keer slechts één mobiel toestel rechtstreeks met het apparaat verbinden.
3
Maak rechtstreeks verbinding met het mobiele apparaat.
Aan mobiele apparaten koppelen
Zoek op het apparaat naar het mobiele apparaat en voer de netwerksleutel in
om handmatig verbinding te maken.
.
.
191
96C7-04A
en ga