InteGra
2.3 H
S
ET ALARM
Een ingeschakeld alarmsysteem is de basis waarvoor dit systeem is ontwikkeld. In deze
mode zijn alle aanwezige detectiemiddelen ingeschakeld om het object te bewaken, en
iedere detectie in het ingeschakelde blok wordt gesignaleerd door de alarmcentrale met
alle toegankelijke middelen (geprogrammeerd door de installateur). De alarmcentrale
InteGra controleert individueel de ingeschakeld toestand van ieder blok/gebied. Een
enkel blok, verschillende blokken of alle blokken kunnen in de ingeschakelde status
staan. Ieder blok mag worden uitgeschakeld onafhankelijk van elkaar. (door middel van
een blok of LCD bediendeel) of totaal in één keer door een LCD bediendeel.
Om het alarm systeem in te schakelen, voert u de code in op het bediendeel:
[CODE][#] of [OK] Het LCD bediendeel geeft de mogelijkheid om een of meerdere
blokken in te schakelen afhankelijk van de rechten.
[0][#] snel inschakelen – het blok bediendeel schakelt een enkel blok in, terwijl een
LCD bediendeel de van tevoren door de installateur gedefinieerde blokken inschakelt.
(geen selectie mogelijk).
Als er al één of meerdere blokken zijn ingeschakeld waarvan de gebruiker de rechten
heeft, kan het inschakelen van de overgebleven blok(ken) alleen worden gedaan op de
volgende manier:
Inschakelen door middel van de keuze uit in- of uitschakelen van blokken
[CODE][*]
vanuit dit menu.
2.4 A
LARMEN
Het alarm systeem signaleert diverse soorten alarmen in response tot allerlei situaties
die gebeuren in het object. Basis voorkomende alarmen zijn er als volgt:
Inbraak alarm – geactiveerd wanneer een zone wordt geopend in het betreffende
ingeschakelde blok. De activering van de vertraagde zone (meestal de voordeur)
start de inloopvertraging en telt deze af tot nul waarna een vol alarm het gevolg is
als er niet binnen de ingestelde tijd is uitgeschakeld.
Brand alarm – geactiveerd door brandmelders die in het systeem zijn opgenomen,
door de speciale brand toets op het LCD bediendeel [PROG] of andere manieren
(bijvoorbeeld, het indrukken van een brand meldknop).
Sabotage alarm – geactiveerd door ieder sabotagecontact opgenomen in het
alarmsysteem (bevestigd in detectie en behuizingen), beschadiging van kabels,
etc.
Paniek alarm – geactiveerd door het bediendeel of andere manieren door de
installateur bedacht. (bijvoorbeeld een paniekknop).
Overig alarm – geactiveerd door het bediendeel (bijvoorbeeld, bel voor medische hulp)
of op andere manieren bedacht door de installateur (bijvoorbeeld een handzender
op vaste knop).
Technisch alarm – geactiveerd door allerlei speciale detectoren en apparatuu
YSTEEM INSCHAKELEN
Gebruikershandleiding
6