10
Gebruikershandleiding
InteGra
Z
ONES OVERBRUGGEN
Deze menufunctie overbrugd zones vanaf het moment van ingaven. De alarmcentrale
negeert dan alle informatie afkomstig van detectoren die zijn overbrugd. De functie wordt
gebruikt in geval van een storing op een detector, of incorrecte werking. Het geeft dus de
mogelijkheid om te kunnen inschakelen met niet gebruikte detectoren. De ingevoerde
overbrugging wordt geannuleerd nadat er weer is uitgeschakeld. Ook kunnen detectoren
weer uit de overbrugging worden gehaald met dit menu. Ga dan in omgekeerde volgorde te
werk – verwijder gemarkeerde zones die gemarkeerd zijn. De installateur bepaalt welke
zones NIET mogen worden overbrugd met deze functie.
Voer uw code in gevolgd door de * toets.
Het volgende scherm wordt getoond. Dit kan ook
de installateurnaam zijn.
Stap met de
net zolang naar beneden tot dit menu
wordt getoond.
Druk op de # of OK toets.
toets welke zone
Selecteer met de
of de
u wilt overbruggen.
Druk op de 1 toets om de zone te overbruggen die
u heeft geselecteerd. Doe dit ook bij overige te
overbruggen zones.
Druk hierna op de # of OK toets
Schakel nu in zoals u dit normaal doet.
Opmerking: Zones die overbrugd zijn doen weer mee in het alarm systeem na de eerst
volgende uitschakeling van een blok(ken) welke de overbrugde zoen toe behoort.
ZONE STATUS BEKIJKEN
Om de zone status te bekijken drukt u voor ongeveer drie seconde op de 1 toets of d.m.v.
het menu testen. De
en de geven respectievelijk een open of dichtstaande zone aan.
De vertegenwoordiging van de symbolen voor de zone status info wordt beschreven in het
hoofdstuk TESTEN te lezen in deze gebruikershandleiding.
De status van alle zones worden verdeeld in groepen en kunnen worden bekeken door de
of
toetsen. [ * ] = Einde van de functie.