1.10.2 Opslaan van chemicaliën
•
Chemicaliën moeten worden opgeslagen in de correct gemar-
keerde originele kunststof containers.
•
Sla geen chemicaliën op in de buurt van vet, brandbare stof-
fen, oliën, oxiderende stoffen, zuren of zouten.
•
Lege en volle containers moeten gesloten blijven, en uitslui-
tend opgeslagen worden in ruimtes waar nationale voorschrif-
ten ter voorkoming van ongevallen gelden voor opslag.
1.10.3 Procedure bij noodgevallen
De algemene veiligheidsregelgeving en de regelgeving voor de
procedure voor noodgevallen zoals gespecificeerd in
EN 12671 (D) is van toepassing.
Acties in geval van een noodsituatie:
•
Ventileer de plek van de opstelling onmiddellijk.
•
Draag beschermende kleding (veiligheidsbril, handschoenen,
adembescherming en/of onafhankelijk ademhalingstoestel,
beschermend schort).
•
Voer initiële hulpmaatregelen uit:
– In geval van oogcontact: direct spoelen met veel water
gedurende tenminste 15 minuten. Raadpleeg een arts.
– In geval van huidcontact: direct afspoelen met veel water.
Verwijder alle verontreinigde kleding.
– Als er gas is ingeademd, zorg er dan voor dat het slachtoffer
wordt voorzien van frisse lucht. Vermijd diep inademen.
Raadpleeg een arts (let op versnelde hartslag, gezien een
bloedrukverlagende behandeling nodig kan zijn).
•
Morsen:
– In geval van contact met kleding: verwijder de kleding
onmiddellijk en spoel met veel water. Gemorste chemicaliën
in gebouwen moeten met water worden weggespoeld.
•
Brandbestrijding:
– Waterige oplossingen van chloordioxide zijn niet direct
brandbaar. Doof het omringende vuur met water, bij voor-
keur met een sprinklerinstallatie. Informeer het brandweer-
korps over de opgestelde productiecapaciteit en eventuele
schadelijke stoffen die zijn opgeslagen (precursor-stoffen)
zodat er voorzorgsmaatregelen tegen eventuele risico's
genomen kunnen worden.
Zorg dat u kennis neemt van noodtelefoonnummers.
4