Inhoudsopgave
Advertenties
8.3 Storingen
Storing
1. Bij het ontluchten van de
doseerpompen wordt de
zuigleiding niet met vloei-
stof gevuld ondanks 100 %
instelling.
2. LED voor bypass water
knippert wanner de installa-
tie wordt ingeschakeld. Er
stroomt te weinig of geen
verdunningswater door de
bypass leiding
3. Opstartmodus wordt auto-
matisch onderbroken
4. De doseerpompen doseren
niet, of de LEDs voor de
doseercontrollers knippe-
ren niet
5. Onnauwkeurige capaciteit
van de doseerpompen
6. Alarmmelding: alleen hand-
bediening
7. Systeem wordt ingescha-
keld, op het display staat
"actief", maar er wordt niet
gedoseerd of bypass water
stroomt niet
8. Alarmmelding: "Doseercon-
troller HCl" of "Doseercon-
troller NaClO
"
2
34
Oorzaak
a) Verkeerde instelling van het ontluchtingsventiel
op de doseerkop
b) Zuig- en persventielen in de doseerkop zijn uit-
gedroogd, waardoor ze enigszins lekken
c) Lekkage tussen het onderste uiteinde van de
zuigleiding en de aansluitnippel op de voetklep
van de vlotterschakelaar
a) Geen verdunningswater voorhanden
b) Het spoel van het magneetventiel is defect, het
ventiel blijft gesloten
c) De tegendruk op het injectiepunt is te hoog
d) De voordruk van het magneetventiel is te laag
e) De bypass pomp is niet correct ontlucht
f)
Afsluitklep voor het systeem en/of in de leiding
van de chloordioxide-oplossing naar het injec-
tiepunt is gesloten
g) Debietmeter werkt niet goed door vervuild ver-
dunningswater
a) De watertank is leeg
b) De vlotterschakelaar in de zuigleiding zit vast
c) De vlotterschakelaar is defect
d) Lucht in de zuigleiding of in de doseerkop van
de pomp
a) Lucht in de zuigleiding
b) Injectiepunt is geblokkeerd
c) De zuig- of persventielen zijn niet correct
gemonteerd
a) De doseerpomp is niet correct ontlucht
b) Schommelingen in de tegendruk
c) Zuig- en persventielen zijn vuil
a) Modus "Handbediening" is geselecteerd, hoe-
wel het systeem is ingeschakeld in de automa-
tisch modus
a) Bediening op afstand AAN/UIT actief, d.w.z.
het systeem is via dit contact op stand-by
gezet
b) MIN-contact hoofdwater actief, d.w.z. hoofdwa-
tervolume is te klein
a) Lucht in de zuigleiding
b) Geen vloeistof in het kalibratiesysteem van de
pomp, afsluitklep op kalibratievat is gesloten
c) Membraan of druksensor in de doseercontrol-
ler defect
Oplossing
a) Ontluchtingsventiel ongeveer 1 draai openen;
eventueel verder open- of dichtdraaien.
b) Zuig- en persventielen demonteren, in
schoon water onderdompelen en schudden;
Weer inschroeven en de pomp nogmaals ont-
luchten
c) Zuigleiding uit de tank nemen, controleren of
de zuigslang correct op de nippel is aange-
sloten, eventueel corrigeren en nogmaals
ontluchten
a) Toevoerleiding van verdunningswater contro-
leren
b) Spoel vervangen
c) Tegendruk op het injectiepunt verlagen of
eventueel de voordruk verhogen
(max. 10 bar)
d) Voordruk verhogen (min. 1 bar)
e) Bypass pomp opnieuw ontluchten
f)
Afsluitklep openen
g) Debietmeter demonteren en in schoon water
reinigen
a) Watertank bijvullen
b) Vlotterschakelaar controleren en eventueel
reinigen
c) Vlotterschakelaar vervangen
d) Doseerpompen opnieuw ontluchten
a) Zuigleiding en doseerkop ontluchten, en hier-
bij de doseerpomp instellen op 100 % doseer-
capaciteit
b) Afsluitklep van het injectiepunt openen of de
tegendruk op het injectiepunt verlagen
c) De zuig- en persventielen in de doseerkop
moeten zodanig worden geïnstalleerd dat de
pijl van de stromingsrichting naar boven wijst.
a) Ontluchtingsproces herhalen
b) Drukhoudventiel na het Oxiperm-systeem
inbouwen
c) Ventielen reinigen
a) Alarm bevestigen en het systeem in handma-
tige modus starten
a) Bediening op afstand AAN/UIT op AAN zetten
b) Hoofdwatervolume verhogen of MIN-contact
deactiveren
a) Zuigleiding en doseerkop ontluchten, en hier-
bij de doseerpomp instellen op 100 % doseer-
capaciteit
b) Afsluitklep openen en de pomp ontluchten
c) Doseercontroller controleren
Advertenties
Inhoudsopgave
