5.4.2 Systeem met interne bypass pomp
Als optie kan het systeem worden geleverd met een interne
bypass pomp in de bypass leiding in plaats van het magneetven-
tiel. Deze uitvoering is nodig voor de behandeling van gesloten
watercircuits, d.w.z. de aftakking van verdunningswater en de
injectie van de chloordioxide-oplossing gebeuren in hetzelfde
watercircuit.
De bypass pomp is alleen bedoeld voor het compenseren van de
inwendige wrijvingsverliezen van het systeem, en voor het com-
penseren van de drukverliezen van ongeveer 0,1 bar in de pro-
ductleiding naar het injectiepunt.
De productleiding naar de injector dient daarom zo kort mogelijk
te worden gehouden. Het geodetische verschil in hoogte tussen
de aansluiting van de productleiding en het injectiepunt mag niet
meer zijn dan 1 m.
Afb. 8 Systeem met bypass pomp, installatieschema
5.4.3 Systeem met externe boosterpomp en voedingsmodule
Een externe boosterpomp kan worden aangesloten op de leiding
voor verdunningswater als een extra optie. Deze uitvoering is
nodig als de afname van het verdunningswater en de toevoeging
van de chloordioxide-oplossing zich niet in hetzelfde watercircuit
bevinden, en de systeemdruk bij de injector hoger is dan de druk
in de toevoerleiding voor verdunningswater. Bij deze uitvoering is
bovendien een voedingsmodule nodig, en deze wordt direct gere-
geld door de systeemelektronica, zie afb. 42.
Boosterpomp en voedingsmodule moeten afzonder-
N.B.
lijk geselecteerd worden
(zie paragraaf
11.
Toebehoren).
Afb. 9 Systeem met boosterpomp, installatieschema
5.4.4 Systeem met magneetventiel/kogelventiel (batch-tank)
Als extra optie kan de leiding voor verdunningswater ook worden
geselecteerd met een magneetventiel en inregelbare kogelkraan.
Deze uitvoering is nodig als de batch-modus wordt geselecteerd,
d.w.z. een bepaalde concentratie ClO
Dosering van de ClO
-oplossing naar het injectiepunt wordt met
2
doseerpompen uitgevoerd.
De concentratie van de ClO
-oplossing in de tank kan worden
2
ingesteld van 2 tot 3,3 g/l.
De ingestelde druk moet worden aangepast aan de plaatselijke
omstandigheden tijdens de opstart. Het drukhoudventiel moet
zodanig worden ingesteld dat er geen overheveling kan optreden
door het leeglopen van de productleiding wanneer het systeem
wordt uitgeschakeld.
Als de druk op het drukhoudventiel te hoog is inge-
steld, kan het voorkomen dat de benodigde hoeveel-
N.B.
heid verdunningswater niet meer juist kan ingeregeld
worden.
Plaats een deeltjesfilter als het verdunningswater
N.B.
vaste deeltjes kan bevatten.
Afb. 10 Systeem met magneetventiel en kogelventiel
wordt in een tank bereid.
2
13