Een set waarschuwingsignalen voor het chloordioxi-
desysteem volgens specificaties is beschikbaar
onder bestelnummer 96727022 (515-662).
Verdere algemene informatie over het werken met
een chloordioxidesysteem staat in:
– Regelgeving ter voorkoming van ongevallen
"Chloreren van water" (VGB 65 of GUV 8,15)
N.B.
– Richtlijn over gevaarlijke materialen om mee te
werken
– DIN 938 "Natriumchlorietoplossing voor water-
behandeling; technische leveringsvoorwaarden"
– DIN 939 "Zoutzuur voor waterbehandeling"
– "Chloordioxide voor waterbehandeling"
DVGW-richtlijn, werkblad W 224 (Duits)
4.3.1 Hoe het systeem in batchmodus werkt
In batchmodus wordt een bepaalde ClO
opslagtank (batch-container) gevoerd en door middel van doseer-
pompen naar de injectiepunten geleid.
De ClO
-concentratie kan worden aangepast binnen een bereik
2
van 0,5 t/m 3,3 g/l.
ClO
Reactor
Bypass water
HCl
NaClO
2
Afb. 5 Bereiding van chloordioxide-oplossing
Voor een concentratie tussen 2 en 3,3 g/l wordt de hoeveelheid
water uit de bypass leiding ingesteld via een instelbare kogel-
kraan. Bij concentraties lager dan 2 g/l wordt de vereiste hoeveel-
heid water uit de bypass leiding voor een oplossing van 2 g/l
ingesteld. De gewenste concentratie binnen in de oplossingscon-
tainer wordt dan bereikt door de twee doseerpompen te regelen.
De grenswaarden voor de hoeveelheid water uit de bypass lei-
ding zijn -50 % en +20 % van de gewenste waarde. Als de
gewenste waarde wordt onderschreden (tot -50 %) zal het
systeem het doseerdebiet van de chemicaliënpompen automa-
tisch bijregelen in functie van de actuele waterhoeveelheid. Dit
wordt gedaan door middel van een puls/pauze-regeling van de
doseerpompen. Wanneer de gewenste waterhoeveelheid onder-
schreden wordt, dan wordt de totale capaciteit van het systeem
met maximaal -50 % verminderd.
Deze regeling maakt het mogelijk om drukschommelingen in de
bypass leiding op te vangen.
Waarschuwing
Daarnaast moet voorzien worden in beschermings-
maatregelen zoals afzonderlijke opvangbakken voor
de zoutzuur- en natriumchloriettanks.
Voor beschermende kleding voor operators moet
worden gezorgd.
Bovendien moeten de voorgeschreven waarschu-
wingsignalen, gevarentekens en eerste-hulp-infor-
matie bij de voorgeschreven punten worden aange-
geven.
-oplossing naar een
2
-oplossing
2
ClO
2
5. Installatie
5.1 Transport en opslag
Waarschuwing
Transporteer het systeem alleen wanneer het leeg is,
met inachtneming van het gewicht.
Gebruik alleen geschikte hijs- en transportappara-
tuur.
•
Transporteer het systeem voorzichtig.
•
Droge, koele opslaglocatie.
•
Bescherm tegen direct zonlicht.
5.2 Uitpakken
•
Het systeem is in de fabriek getest, en gereed om te worden
aangesloten.
•
Controleer op schade; een beschadigd systeem mag niet wor-
den geïnstalleerd of aangesloten!
•
Let bij het uitpakken op losse componenten in de verpakking.
•
Installeer zo snel mogelijk na het uitpakken.
Bewaar het verpakkingsmateriaal, of voer dit af vol-
N.B.
gens de plaatselijke voorschriften.
5.3 Plaats van de opstelling
De geldende plaatselijke of nationale voorschriften
moeten worden nageleefd bij het kiezen en ontwer-
pen van de locatie voor het opstellen van het chloor-
N.B.
dioxidesysteem.
In Duitsland geldt de UVV regelgeving ter voorko-
ming van ongevallen.
De locatie om het systeem op te stellen moet aan de volgende
eisen voldoen:
•
De toegestane omgevingstemperatuur moet tussen
+5 en +40 °C liggen.
•
De locatie van de installatie moet trillingsvrij en afgezonderd
van andere ruimtes zijn i.v.m. brandgevaar.
Verwijzingen naar de gevaren bij het gebruik van het
chloordioxidesysteem en naar de relevante voor-
zorgsmaatregelen moeten worden voorzien d.m.v. de
Voorzichtig
juiste tekens bij de toegangspunten naar het
systeem en naar de opslagruimtes voor chemicaliën.
11