4. Maak de bevestiging los waarmee de riemgeleider
vastzit aan de achterste poelie (Figuur 60).
5. Trek de arm van de spanpoelie in de richting die
wordt aangegeven in Figuur 60, en verwijder de riem
van de poelies.
1. Arm van spanpoelie
2. Veer
3. Bout, veerhouder
4. Aspoelies
WAARSCHUWING
De veer is onder spanning gemonteerd en kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig als u de arm van de spanpoelie
beweegt.
6. Leg de nieuwe riem rond de motorpoelie en de
poelies van het maaidek (Figuur 60). Monteer een
nieuwe riem onder de riemgeleider en rond de
achterste poelie.
7. Trek de spanpoelie in de richting die wordt
aangegeven in Figuur 60, en laat de riem over de arm
van de spanpoelie en de aspoelies lopen (Figuur 60).
8. Maak de bevestiging vast waarmee de riemgeleider
vastzit aan de achterste poelie (Figuur 60).
Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de schakelhendels in de remstand, schakel
de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en
Figuur 60
5. Riemgeleider en
bevestiging
6. Buitenste poelie
7. Drijfriem van maaidek
8. Tussenstuk van maaidek
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Zet de voorkant van de machine omhoog en plaats
deze op steunen.
4. Schuif het maaidek onder de machine.
5. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
6. Bevestig de stelstang aan de machine met de ring
en de R-pen (Figuur 59) aan beide kanten van het
maaidek.
7. Schuif de stelbeugels op de bevestigingspennen en
zet ze vast met de ringen en de R-ringen (Figuur 59).
8. Bevestig de voorste steunstangen aan de machine
met de gaffelpennen en de R-pennen (Figuur 58).
9. Monteer de drijfriem van het maaidek op de
motorpoelie; zie Drijfriem van maaidek vervangen.
43