Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100
bedrijfsuren—Controleer de
bougie(s).
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer indien nodig nieuwe bougies.
Type: Champion RCJ8Y (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Verwijder de motorkap en motorleiding om toegang
te krijgen tot de onderdelen van de motor.
4. Trek de kabels van de bougies (Figuur 39). Maak de
omgeving van de bougie schoon om te voorkomen
dat er vuil in de motor komt, wat beschadiging kan
veroorzaken.
5. Verwijder de bougies en de metalen ring.
1. Bougiekabel geplaatst
Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Figuur 40).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Belangrijk: Bougie nooit schoonmaken.
Bougie altijd vervangen bij zwarte laag op de
Figuur 39
2. Bougie
bougie, versleten elektroden, vettige laag op de
bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode
en de massa-elektrode (Figuur 40). Verbuig de
massa-elektrode (Figuur 40) om de juiste afstand in
te stellen indien dit nodig is.
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Bougie(s) monteren.
1. Monteer de bougie(s). Controleer of de
elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie(s) vast met een torsie van 22 Nm.
3. Sluit de bougiekabel(s) aan op de bougie(s)
(Figuur 39).
33
Figuur 40
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)