A. Zet de hendel rechtop om de klep van het
maaidek te openen zodat het maaisel kan
worden opgevangen.
B. Zet de hendel omlaag in de Recycler
de klep van het maaidek te sluiten en het maaisel
fijn te maken.
4. Zet de gashendel op Snel en de rijhendels in de
bedrijfsstand.
Gebruik in de opvangmodus
VOORZICHTIG
Als de grasvanger vol raakt, komt er extra gewicht
op de achterkant van de machine. Als u abrupt
stopt en start op een helling, bestaat de kans dat u
de macht over het stuur verliest of dat de machine
omkantelt.
• U mag daarom nooit plotseling starten of
stoppen bij het op- en afrijden van een helling.
Start de machine nooit hellingopwaarts.
• Als u de machine stopt terwijl u hellingopwaarts
rijdt, moet u de aftakas uitschakelen. Rij dan
langzaam hellingafwaarts.
• U mag nooit schakelen of stoppen op een
helling.
De opvangmodus maakt gebruikt van de luchtstroom
die wordt geproduceerd door de maaimessen, om het
maaisel via een interne tunnel af te voeren naar de
grasvanger. Om kort, droog maaisel door de tunnel
naar de grasvanger te voeren, is minder kracht nodig.
Milieufactoren kunnen invloed uitoefenen op de
hoeveelheid maaisel die wordt afgevoerd naar de
grasvanger, en de snelheid waarmee dit gebeurt. Als
u hoog gras maait bij een lage maaistand, zal dit de
luchtstroom belemmeren die nodig is om het maaisel
naar de grasvanger te jagen. De afvoer van lang, nat of
vochtig maaisel naar de grasvanger vereist veel meer
kracht.
Wij adviseren u het gras altijd te maaien als het droog
is, omdat het gazon dan een keurig uiterlijk krijgt. Als
u nat gras moet maaien, dient u gebruik te maken van
de Recycler
®
modus. Als het maaisel een paar uur later
droog is, gebruikt u de opvangmodus om het maaisel
te verzamelen.
Om de beste resultaten met de rechtstreekse
opvangmodus te verkrijgen, moet u als volgt te werk
gaan.
• Zet de gashendel op Snel.
• Maai regelmatig.
• Zet de machine op een hogere maaistand als u hoog
gras gaat maaien.
• Maai geen nat of vochtig gras.
®
stand om
• Rij met een lagere snelheid als u hoog gras maait.
Het opvangsysteem leegmaken
Als de grasvanger zo vol is dat het maaisel een of beide
sensoren bedekt en de infrarode lichtstraal onderbreekt,
wordt de bestuurder gewaarschuwd door een akoestisch
alarmsignaal. Het alarm gaat uit als de aftakas wordt
uitgeschakeld. Als een of beide sensoren niet zijn
aangesloten, kunt u de maaimessen niet inschakelen.
De machine is uitgerust met een akoestisch alarm dat
de bestuurder waarschuwt als de grasvanger vol is.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en zet de rijhendels in de
remstand.
2. Zet de gashendel op Langzaam.
3. Hef de grasvanger op door de DFS-hendel uit
trekken en daarna naar beneden te bewegen
(Figuur 17).
1. DFS-hendel naar beneden 2. Opgeheven grasvanger,
4. Laat de grasvanger neer en laat de DFS-hendel los.
Als het alarm van de grasvanger overgaat terwijl de
zak nog niet vol is, moet u de sensoren vrijmaken van
maaisel of vuil dat de infrarode lichtstraal blokkeert.
Hef de grasvanger op en veeg het oppervlak van de
sensoren schoon met een zachte doek.
Belangrijk: U kunt de machine met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Was de
machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik
niet te veel water, vooral niet in de buurt van
het bedieningspaneel, de motor, de hydraulische
pompen en de accu.
Grasvanger
De grasvanger wordt bevestigd aan de motorkap
door de pen aan de kant van de hendel te plaatsen
20
Figuur 17
maaisel wordt uitgestort