vooral belangrijk om beschadiging van de accu te
voorkomen bij temperaturen beneden 0°C.
1. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu
verwijderen.
2. Controleer het zuurpeil; zie Zuurpeil controleren.
3. Zorg ervoor dat de vuldoppen op de accu zijn
geplaatst. Laad de accu één uur op bij 25–30 A of
6 uur bij 4–6 A. De accu niet te ver opladen.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de
acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens
de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 45).
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
5. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels
aan; zie Accu monteren.
Opmerking: Gebruik de machine nooit wanneer
de accu is losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan
het elektrische systeem tot gevolg hebben.
Accu monteren
1. Plaats de accu in de bak met de accupolen weg van
het bedieningspaneel (Figuur 43).
2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van
de accu.
3. Bevestig de minkabel aan de minpool (-) van de accu.
4. Bevestig de kabels met 2 bouten (1/4 x 3/4 inch),
ringen (1/4 inch) en moeren (1/4 inch) (Figuur 43).
5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (rood) van de accu.
6. Zet de accu vast met de bevestigingsband (Figuur 43).
Onderhoud van de zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een
Figuur 45
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (-) oplaadkabel
zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of
circuit controleren op defecten of kortsluiting.
Zekering:
• Hoofdleiding F1 – 30 A, steekzekering
• Laadcircuit F2 – 25 A, steekzekering
1. Zet de stoel omhoog om toegang te krijgen tot de
zekeringhouder (Figuur 46).
2. Om een zekering te vervangen, trekt u de zekering
omhoog (Figuur 46).
1
1. Relais
2. Alarm
3. Pluskabel van de accu
4. Accu
37
G005893
Figuur 46
5. Zekeringhouder
6. Hoofdleiding – 30 A
7. Laadcircuit – 25 A
8. Open gleuven