Duwarmen afstellen
Indien nodig kunt u de duwarmen afstellen om de spanning
van de drijfriem van het maaidek te verhogen of te
verminderen.
1. Draai de contramoer los en draai de kogelverbinding
telkens één slag linksom (Fig. 55).
3
1
Figuur 55
1. Duwarm
2. 34 cm nominaal bij
15 draai
2. Stel beide zijden in gelijke mate af. De nominale lengte
van elke duwarm moet 34 cm zijn bij een draai van
15 graden (Fig. 55).
Opmerking: U verhoogt de spanning door de duwarmen te
verlengen en u vermindert de spanning door de duwarmen
korter te maken.
Onderkant van het maaidek
reinigen
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de onderkant
van de maaikast.
1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
4. Hef de maaikast op in de transportstand.
5. Krik de voorkant van de machine omhoog en plaats
deze op kriksteunen.
Gevaar
Een mechanische of hydraulische krik kan een
machine niet altijd dragen. Als de machine dan
valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Plaats de machine altijd op kriksteunen.
Gebruik nooit een hydraulische krik.
4
2
m–7705
3. Contramoer
4. Kogelverbinding
44
De riemen controleren
Controleer alle riemen om de 50 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Drijfriem van maaidek vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het
maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Vervang de riem als u een van deze tekenen gewaar wordt.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste assen.
4. Draai de arm van de vaste spanpoelie los en beweeg
deze om de spanning van de spanpoelie te halen
(Fig. 56).
3
2
1
Figuur 56
1. Arm van de vaste
spanpoelie
2. Vierkant gat
3. Vaste spanpoelie
5. Verwijder de oude riem.
6. Monteer een nieuwe riem door de riemgeleider en over
de poelies (Fig. 56).
5
6
m–7711
4
4. Drijfriem van maaidek
5. Riemgeleider
6. Veerbelaste spanpoelie