Lager van draaipunt van
zwenkwiel afstellen
U moet dit lager om de 500 bedrijfsuren of bij stalling
controleren, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de stofkap van het zwenkwiel en draai de
borgmoer aan (Fig. 47).
Figuur 47
1. Veerringen
2. Borgmoer
4. Draai de borgmoer aan totdat de veerringen vlak liggen,
en draai deze vervolgens een 1/4 slag terug om de
voorspanning op de lagers correct af te stellen (Fig. 47).
Belangrijk
De veerringen moeten op de juiste wijze
worden gemonteerd zoals wordt getoond in Figuur 47.
3
2
1
m–4640
3. Stofkap
41
Gleufmoer van wielnaaf
controleren
Controleer de gleufmoer om de 500 bedrijfsuren.
De gleufmoer moet worden aangedraaid met een torsie van
170 Nm.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de borgpen.
4. Draai de gleufmoer vast met een torsie van 170 Nm
(Fig. 48).
4
5
2
Figuur 48
1. Gleufmoer
2. Maximaal twee
schroefdraden zichtbaar
3. Opening in as met
schroefdraad
5. Controleer de afstand van de onderkant van de gleuf in
de moer tot de binnenrand van de opening.
Opmerking: Er mogen maximaal twee schroefdraden
zichtbaar zijn (Fig. 48).
6. Als er meer dan twee schroefdraden zichtbaar zijn,
verwijdert u de moer en plaatst u een ring tussen de naaf
en de moer (Fig. 48).
7. Draai de gleufmoer vast met een torsie van 170 Nm
(Fig. 48).
8. Draai de moer aan totdat de volgende serie gleuven
recht tegenover de opening in de as staan (Fig. 48).
9. Monteer de pen.
1
3
m–4638
4. Ring (indien nodig)
5. Sleuf