Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Draaipunten Van De Voorste Zwenkwielen Smeren; De Lagers Smeren; Punten Waar Dunvloeibare Olie Of Sproeismering Moeten Worden Gebruikt; Bandenspanning Controleren - Toro Z453 Z Master TURBO FORCE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Draaipunten van de voorste zwenkwielen
smeren
De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten een
keer per jaar worden gesmeerd.
1. Verwijder de stofkap en stel de draaipunten van de
zwenkwielen bij.
Opmerking: Plaats de stofkap pas terug als u klaar bent
met smeren. Zie Lager van draaipunt van zwenkwiel
afstellen op blz. 41.
2. Verwijder de zeskantige plug en draai een verloopnippel
in de opening.
3. Pomp smeervet in de verloopnippel totdat er vet bij het
bovenste lager naar buiten komt.
4. Verwijder de verloopnippel uit de opening en monteer
de zeskantige plug en de dop.

De lagers smeren

Smeer het maaidek regelmatig; zie Aanbevolen
Onderhoudsschema op blz. 26. Gebruik hiervoor Nr. 2 vet
op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Pomp vet in de smeernippels op de drie aslagers (Fig. 38).
Figuur 38
4. Smeer het draaipunt van de spanpoelie (Fig. 38).
Punten waar dunvloeibare olie of
sproeismering moeten worden gebruikt
Smeer de machine op de volgende punten met sproeismering
of dunvloeibare olie. Smeer deze punten om de
160 bedrijfsuren.
Bedieningsorgaan van de stoelschakelaar
Draaipunt van de remhendel
Lagerbussen van de remstang
Bronzen lagerbussen van de schakelhendels.

Bandenspanning controleren

Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven
spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan leiden
tot onregelmatige maairesultaten. Controleer de spanning bij
het ventiel om de 50 bedrijfsuren of maandelijks, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden (Fig. 39). De
bandenspanning kan het best bij koude banden worden
gecontroleerd.
Bandenspanning: De banden van de aandrijfwielen en
zwenkwielen moeten een spanning van 90 kPa (13 psi)
hebben.
1. Ventiel
m–7706
35
1
Figuur 39
m–1872

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

74416te

Inhoudsopgave