DE DEFIBRILLATIE-ELEKTRODEN
HOE DE ELEKTRODEN MOETEN WORDEN AANGESLOTEN
Steek de connector van de defibrillatie-elektrodenkabel in de
elektrodenconnectorbus linksboven op de DDU-100-AED, zoals links is afgebeeld.
Druk de elektrodenconnector stevig aan totdat hij goed in de eenheid zit.
De connector past maar op één manier – als de connector niet past, draait
u hem om voordat u het weer probeert.
De aangesloten elektrodenverpakking kan
vervolgens worden opgeborgen in het hiervoor
bestemde opbergvak aan de achterkant van
DDU-100-AED (zie het diagram rechts). Nadat
de elektrodenconnector op het apparaat is aangesloten, drukt u de
set elektroden, met de ronde kant voorop en de afbeeldingen op de
verpakking naar buiten, in het elektrodenopbergvak. Wanneer de set
elektroden is geplaatst, drukt u de defibrillatie-elektrodenkabel in de
uitsparing aan de achterkant van het apparaat om de kabel op zijn plaats
te houden en steekt u de overtollige kabel achter de set elektroden.
WELKE ELEKTRODEN U MOET GEBRUIKEN
ELEKTRODEN VOOR
VOLWASSENEN
Voor volwassenen en
kinderen van 8 jaar
of ouder of zwaarder dan
25 kg (55 pounds),
moet u elektroden voor
volwassenen gebruiken
WANNEER DE ELEKTRODEN MOETEN WORDEN VERVANGEN
De Defibtech defibrillatie-elektroden zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. De elektroden
moeten telkens na gebruik, of als de verpakking is beschadigd, worden vervangen.
Het is belangrijk de vervaldatum van de elektroden te controleren. De vervaldatum staat gedrukt op
de buitenkant van de verzegelde verpakking. Gebruik de elektroden niet na de vervaldatum. Elektroden
waarvan de vervaldatum is verstreken, moeten worden weggegooid. Gebruik uitsluitend defibrillatie-
elektroden van Defibtech.
14
DAC-E561-NL-DA
ELEKTRODEN VOOR
KINDEREN/BABY'S
Voor baby's en kinderen jonger dan 8 jaar
of lichter dan 25 kg (55 pounds), moet u
elektroden voor kinderen/baby's gebruiken
(OPMERKING: Elektroden voor kinderen/
baby's kunnen herkend worden aan de blauwe
connector en de blauwe verpakking)
DE BATTERIJ
BELANGRIJK: DDU-100-AED's die zijn voorzien van de hiernaast weergegeven
markering op het etiket van de elektrodenhouder op het achterpaneel van de
AED (zie pagina 3 bovenaan) moeten batterijpakken gebruiken die eveneens
deze markering dragen. Eerdere modellen batterijpakken zonder deze markering
werken wel tijdens een reanimatie, maar kunnen niet worden gebruikt in de
stand-by-modus. Als er een eerder model batterijpak is geplaatst, geeft de AED
bij het uitschakelen de gebruiker de melding dat er een onbekend type batterij
aanwezig is. Het batterijpak moet worden vervangen door een batterijpak dat
is voorzien van de links weergegeven markering.
DE 9V-BATTERIJ VOOR DE ACTIEVE STATUSINDICATOR PLAATSEN
Om te kunnen voldoen aan de specificaties voor het batterijpak (zie pagina 20-21)
moet er een 9V-batterij in het batterijpak worden geplaatst. OPMERKING:
De reanimatie- en stand-by-functies van DDU-100-AED's werken ook met een
batterijpak dat geen 9V-batterij bevat, maar de stand-by-levensduur van het
batterijpak wordt dan wel aanzienlijk verkort.
De 9V-batterij wordt in het batterijpak in het 9V-batterijvak geplaatst. Om de batterij
te plaatsen, verwijdert u het klepje van het 9V-batterijvak door het opzij te duwen.
Het klepje schuift opzij en komt los van het batterijpak. Plaats de 9V-batterij zo
in het 9V-batterijvak dat de contactpunten op de batterij de contactpunten in het
batterijpak raken. Plaats het klepje van het 9V-batterijvak terug door het er in de bijna gesloten positie op
te leggen en het vervolgens dicht te schuiven. Er mag alleen een nieuwe 9V-lithiumbatterij worden gebruikt
om de oude te vervangen.
HET BATTERIJPAK PLAATSEN EN VERWIJDEREN
Het lithiumbatterijpak levert stroom aan de DDU-100-AED. Voordat u het batterijpak in de AED plaatst,
moet u de 9V-lithiumbatterij in het batterijpak zelf plaatsen op de in de vorige paragraaf beschreven wijze.
Installeer een batterij niet na de vervaldatum die op het etiket gedrukt is. Het batterijpak is niet herlaadbaar.
Om het batterijpak in de AED te plaatsen, draait u het batterijpak met het
etiket naar boven. Let erop dat de batterijopening aan de zijkant van de AED
schoon is en geen vreemde voorwerpen bevat. Plaats het batterijpak in de
opening aan de zijkant van de AED. Schuif het batterijpak helemaal naar
binnen tot de vergrendeling vastklikt. Als het batterijpak niet helemaal naar
binnen kan worden geschoven, hebt u het waarschijnlijk ondersteboven.
Zodra het batterijpak goed is geplaatst, moet het oppervlak ervan gelijk zijn
met de zijkant van de AED. Om het batterijpak te verwijderen, drukt u op de
batterij-uitwerpknop aan de zijkant van de AED. Nadat de batterij gedeeltelijk
is uitgeworpen, trekt u hem eruit.
Binnen enkele ogenblikken na de plaatsing wordt de AED ingeschakeld en wordt er een
batterijplaatsingzelftest uitgevoerd. De eenheid wordt automatisch uitgeschakeld nadat de test is uitgevoerd.
Daarna zal de actieve statusindicator in de bovenhoek van de AED geregeld knipperen. Als de indicator groen
knippert, functioneren de AED en het batterijpak correct; als de indicator rood knippert, is er een probleem.
Raadpleeg pagina 17 voor nadere informatie over de betekenis van de indicator.
Zie de gebruikershandleiding (op www.defibtech.com) voor meer gedetailleerde informatie.
15
DAC-E561-NL-DA