Inhoudsopgave
Advertenties
ONDERDELENSCHEMA
E
D
C
B
A
6
DAC-E561-NL-DA
G
F
K
J
I
H
L
M
N
Defibtech DDU-100
Halfautomatische
externe defibrillator
P
O
Gebruikersgids
A. Luidspreker. De luidspreker maakt de gesproken instructies hoorbaar wanneer de AED ingeschakeld
is. De luidspreker geeft ook een "pieptoon" wanneer de eenheid in de stand-by-modus staat en iets
heeft gedetecteerd dat de aandacht van de gebruiker vereist.
B. Schokknop. Deze knop zal knipperen wanneer een schok aanbevolen is - druk op deze knop om de
patiënt de schok te geven. Deze knop is anders altijd uitgeschakeld.
C. Ledlampje "analyse hartritme" (LED staat voor Light Emitting Diode). Dit groene ledlampje
knippert wanneer de AED het ECG-ritme van de patiënt analyseert.
D. Ledlampje "raak de patiënt niet aan". Dit rode ledlampje knippert wanneer de AED beweging of
een andere verstoring signaleert die de analyse van het signaal verhindert of wanneer de gebruiker de
patiënt niet moet aanraken of bewegen.
E. Ledlampje "controleer elektroden". Dit rode ledlampje knippert wanneer de AED detecteert dat
de elektroden niet goed op de patiënt zijn aangesloten of dat er geen elektroden zijn aangebracht.
F. Aan/uit-knop. Druk op deze knop om de AED in te schakelen. Druk nogmaals om de AED te ontladen
en uit te schakelen.
G. Elektrodenconnectorpoort. Sluit de patiëntelektrodenconnector (artikel O) aan op deze poort om
de elektroden aan te sluiten op de AED.
H. Batterijpak. Het batterijpak is bedoeld als vervangbare hoofdstroomvoorziening voor de AED.
I. Opening voor batterijpak. Plaats het batterijpak stevig in deze opening tot de vergrendeling op
zijn plaats vastklikt.
J. Uitwerpknop batterijpak. Met deze knop wordt het batterijpak losgekoppeld van de AED. Als u
het batterijpak wilt verwijderen, drukt u op de knop tot het batterijpak deels uit de eenheid wordt
uitgeworpen.
K. Actieve statusindicator (ASI). De ASI geeft de huidige status van de AED weer. De indicator knippert
groen om aan te geven dat het apparaat klaar is voor gebruik. De indicator knippert rood om aan
te geven dat aandacht van de gebruiker vereist is of dat er onderhoud moet worden gepleegd.
L. Patiëntelektroden. De defibrillatie-elektroden die op de patiënt geplaatst worden. De elektroden
moeten worden bewaard in het elektrodenopbergvak aan de achterkant van de eenheid.
M. Defibtech-datakaart (DDC-kaart). Deze optionele plug-in-kaart levert extra opslagmogelijkheden voor
de AED.
N. Batterij Actieve statusindicator (ASI). Deze lithiumbatterij van 9V levert de stroom voor de actieve
statusindicator (ASI). Hij wordt in een vak in het batterijpak geplaatst.*
O. Patiëntelektrodenconnector. Plaats de connector in de elektrodenconnectorpoort (artikel G) om
de elektroden aan te sluiten op de AED.
P . Gebruikersgids. Snelle naslaginformatie voor de DDU-100-AED.
(De complete gebruikershandleiding bij de DDU-100-AED vindt u op www.defibtech.com.)
*DDU-100-AED's kunnen ook de stand-by- en ASI-functies uitvoeren zonder dat de 9V-ASI-batterij
is geplaatst, maar de stand-by-levensduur van het batterijpak wordt dan wel aanzienlijk verkort.
Zie de gebruikershandleiding (op www.defibtech.com) voor meer gedetailleerde informatie.
7
DAC-E561-NL-DA
Advertenties
Inhoudsopgave
