Schakelen
BELANGRIJK: Denk aan het volgende:
•
Zet de buitenboordmotor alleen in of uit versnelling terwijl de motor stationair draait. Als u schakelt bij
een hoger motortoerental dan stationair, kan het onderwaterhuis beschadigd raken.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de boot sneller dan 6 km per uur vaart. Als u bij
een hogere vaarsnelheid in achteruit schakelt, kan de motor afslaan, wat er soms toe leidt dat er water
in de cilinders wordt gezogen: dat veroorzaakt ernstige motorschade.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de motor niet draait. Anders kunnen de
schakelverbindingen beschadigd raken.
•
Modellen met stuurknuppel - De buitenboordmotor heeft drie schakelposities voor bediening: vooruit
(F), neutraal (NO) en achteruit (R). Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Modellen met afstandsbediening - De buitenboordmotor heeft drie schakelposities voor bediening:
vooruit (F), neutraal (NO) en achteruit (R). Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot
het motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
•
Nadat de buitenboordmotor is geschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gasgreep op de stuurknuppel om het motortoerental te verhogen.
BEDIENING
N
F
N
F
R
54
R
63077
58239
nld