U kunt een "combi uitgang" gebruiken om een draadloze of draaduitgang te activeren.
Kies daarvoor bij de draadloze of draaduitgang het type "Combi uitgang".
U heeft "Combi uitgang 1" ingericht. Deze wilt u gebruiken om de "draadloze uitgang 203" van de centrale te
activeren. Wijs aan "combi uitgang 1" het type voor "draadloze uitgang 203" toe.
U moet een modus voor iedere "combi uitgang" selecteren. Deze modus kan ALLES (EN) of een WILLEKEURIGE
(OF) zijn.
Voor de EN-modus moeten alle ingangen van de "combi uitgang" actief zijn om ervoor te zorgen dat de "combi
uitgang" actief is.
Voor de IF-modus moet een willekeurige ingang actief zijn om ervoor te zorgen dat de "combi uitgang" actief is.
Bijvoorbeeld:
Vereiste:
Een draadloze uitgang moet schakelen als een deur (zone 203) open is EN een installateur in de installateursmodus is
ingelogd.
Oplossing:
Configureer de draadloze uitgang met het type "Combi uitgang 1" en configureer "Combi uitgang 1" als volgt:
Combi uitgang
Modus
1
ALLES (EN)
Ingang
Ingang 1 type = installateur ter plaatse
Ingang 2 type = zone volgend (zone 203)
Programmeren/configureren
125