Aansluiten van uitgangsaansluitingen
1 Sluit een externe effectgenerator aan op de [RETURN]-aansluiting (ingangsaansluiting).
2 Gebruik de [MASTER1]-aansluitingen voor een gebalanceerde uitgang. Bij aansluiting op een ongebalanceerde ingang (zoals RCA) met een XLR-
naar-RCA-conversiekabel (of conversieadapter) enz., kan de geluidskwaliteit afnemen of kan er ruis optreden.
Gebruik de [MASTER2]-aansluitingen voor een ongebalanceerde ingang (zoals RCA).
3 Wees voorzichtig dat u niet per ongeluk het stroomsnoer van een ander toestel probeert aan te sluiten op de [MASTER1] aansluiting.
Maak niet de aansluiting die fantoomvoeding kan geven aan de [MASTER1]-aansluiting.
4 Gebruik de [BOOTH]-aansluitingen voor een gebalanceerde uitgang. Als deze worden aangesloten op een ongebalanceerde ingang (zoals een RCA-
of TS-ingang) met een TRS-naar-RCA-conversiekabel (of conversieadapter), TS-kabel enz., kan de geluidskwaliteit afnemen of kan er ruis optreden.
8
Nl
Mobiel apparaat
1
USB-verdeelhubs zijn niet bruikbaar.
Beschermkapje USB-aansluiting
4
Eindversterker
Externe
effectgenerator
2
Hoofdtelefoon
L
R
Eindversterker
Eindversterker
3
3
(voor de
booth monitor)
6
Bovenpaneel van
het toestel
Achterpaneel
5