— [TAP]: Voer de BPM handmatig in. Raadpleeg Handmatig invoe-
ren van het aantal BPM op bladzijde 12 voor instructies over
invoermethoden.
! Het BPM-meetbereik van [AUTO] is BPM = 70 tot 180. Voor som-
mige muziekstukken kan de BPM wellicht niet correct worden geme-
ten. Als de BPM niet kan worden gemeten, knippert de BPM-waarde
op het scherm. Gebruik in dat geval de [TAP]-toets om de BPM hand-
matig in te voeren.
2 Verdraai de beateffect-keuzeschakelaar.
Hiermee kiest u het soort effect.
! Een overzicht van de soorten effecten vindt u op Soorten BEAT FX op
bladzijde 14 .
3 Verdraai de effectkanaal-keuzeschakelaar.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
De [BEAT FX]-indicator voor het kanaal dat met de effectkanaal-keuzes-
chakelaar geselecteerd is, licht op.
— [1] – [4]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het corres-
ponderende kanaal.
— [MIC]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het
[MIC]-kanaal.
— [CROSS FADER A], [CROSS FADER B]: Het effect wordt toe-
gepast op het geluid van de [A] (linker) kant of [B] kant van de
crossfader.
— [MASTER]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het
[MASTER]-kanaal.
4 Druk op de toets [BEAT c, d].
Bepaal de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
De effecttijd die overeenkomt met de beat-fractie wordt automatisch
ingesteld.
5 Druk op de toets [FX FREQUENCY], [HI], [MID] of
[LOW].
Het bereik waarop het effect wordt toegepast, kan worden geselecteerd.
Wanneer een effect is ingeschakeld, licht de toets op en wordt het
effect toegepast op het geselecteerde bereik. Wanneer een effect is
uitgeschakeld, dooft de toets en wordt het effect niet toegepast op het
geselecteerde bereik.
6 Druk op de [ON/OFF] toets voor [BEAT FX].
Het effect wordt toegepast op het geluid.
De tijdparameter van het effect is instelbaar door te draaien aan de
[TIME]-instelling.
De kwantitatieve parameter van het effect is instelbaar door te draaien
aan de [LEVEL/DEPTH]-instelling.
De [ON/OFF] toets knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.
! Wanneer er opnieuw op de [ON/OFF] toets wordt gedrukt, wordt het
effect uitgeschakeld.
Handmatig invoeren van het aantal BPM
Tik minstens 2 keer op [TAP] toets op de maat van de
beat (in kwart noten) van de weergegeven muziek.
De gemiddelde waarde van het interval waarmee de [TAP]-toets werd
aangetikt, wordt ingesteld als het BPM-tempo.
! Wanneer het BPM-tempo is ingesteld met de [TAP] toets, wordt de
beatfractie ingesteld op [1/1] en dan wordt de tijd van een enkele
beat (kwart noot) ingesteld als de effecttijd.
! Het BPM-tempo is handmatig instelbaar door een de [TIME]-
instelling te draaien terwijl u de [TAP] toets indrukt.
! De BPM kan worden ingesteld in stappen van 0,1 door op
[AUTO/TAP] te drukken terwijl [TAP] ingedrukt wordt gehouden en
[TIME] wordt verdraaid terwijl de twee toetsen ingedrukt worden
gehouden.
12
Nl
De SEND/RETURN-functie gebruiken
Een externe effectgenerator en mobiele apparaten kunnen worden
gebruikt.
1 Sluit dit toestel aan op een externe effectgenerator.
Voor details over aansluitingen, raadpleeg Aansluiten van uitgangsaan-
sluitingen op bladzijde 8 .
2 Stel de [SEND/RETURN]-keuzeschakelaars in.
Selecteer de te gebruiken effectgenerator.
— [1/4" JACK]: Selecteer dit wanneer een externe effectgenerator
wordt gebruikt.
— [USB
]: Selecteer dit wanneer een mobiel apparaat wordt
gebruikt.
3 Stel de [RETURN TYPE]-keuzeschakelaar in.
Selecteer de methode SEND/RETURN.
— [AUX]: Het geluid van het geselecteerde kanaal in het effectka-
naal wordt ingevoerd in de externe effectgenerator (of mobiel
apparaat) en de uitvoer van de externe effectgenerator (of mobiel
apparaat) wordt ingevoerd in het met [RETURN AUX] geselec-
teerde kanaal via de ingangskeuzeschakelaar.
Originele geluiden en effectgeluiden kunnen naar wens worden
gemengd.
Gebruik de [SEND/RETURN LEVEL]-regelaar om SEND LEVEL af
te stellen (het volume van zang dat naar externe effectgenerato-
ren of mobiele apparaten wordt verzonden).
Effectkanaal-keuzeschakelaar (SEND CH) l
[SEND/RETURN LEVEL]-regelaar (SEND LEVEL) r (SEND) r
Externe effectgenerator of mobiel apparaat r (RETURN) r
[SEND/RETURN ON/OFF]-toets l ([RETURN AUX] terug naar
geselecteerd kanaal) l [TRIM]-regelaar
Keert terug naar het
Bedieningsknop [SEND/RETURN ON/OFF]
kanaal waarvoor
RETURN AUX is geselecteerd
— [INSERT]: Het geluid van het geselecteerde kanaal in het effect-
kanaal wordt ingevoerd in de externe effectgenerator (of mobiel
apparaat) en de uitvoer van de externe effectgenerator (of mobiel
apparaat) wordt ingevoerd in het in effectkanaal geselecteerde
kanaal.
Gebruik de [SEND/RETURN LEVEL]-regelaar om RETURN LEVEL
af te stellen (het volume van zang van externe effectgeneratoren
of mobiele apparaten).
Deze functie is hetzelfde als de functie SEND/RETURN voor
hetzelfde systeem van de vorige DJM-reeks.
Effectkanaal-keuzeschakelaar (SEND CH) r (SEND) r
Externe effectgenerator of mobiel apparaat r (RETURN)
r [SEND/RETURN LEVEL]-regelaar (RETURN LEVEL) l
[SEND/RETURN ON/OFF]-toets l (Terugkeren naar hetzelfde
kanaal) l Kanaalfader
RETURN
Externe
effectgenerator
of mobiel apparaat
Bedie-
nings-
knop
[SEND/
RETURN
LEVEL]
Versturen vanaf [COLOR FX]