CRB2198A_Nederlands.book Page 87 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
AZERTY:
De eenheid wijzigen tussen km
en mijl
Deze instelling regelt de eenheid waarin de
afstand en de snelheid in uw navigatiesysteem
wordt aangegeven.
1
Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2
Tip [km / mijl] aan om de lijst te wijzigen.
Elke keer dat u de toets aanraakt, verandert de
instelling.
km (standaard):
Afstanden worden aangegeven in kilometers.
mijl:
Afstanden worden aangegeven in mijlen.
Mijl & Yard:
Afstanden worden aangegeven in mijlen en
yards.
De virtuele snelheid van het
voertuig wijzigen
Tijdens het berekenen van de verwachte aankom-
sttijd en het aantal uren voor het bereiken van de
bestemming, legt u de gemiddelde snelheid voor
de snelwegen en gewone wegen vast met behulp
van [+] en [–].
1
Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2
Tip [Gemiddelde snelheid] aan.
3
Tip [+] of [–] aan om hun snelheid in te
stellen.
❒ De geschatte aankomsttijd is niet noodza-
kelijk gebaseerd op deze snelheidswaarde.
De instelling met betrekking tot
de hardware controleren
De hardwarestatus, inclusief de rijstatus van een
voertuig, de plaatsbepalingstatus door een satel-
liet, de calibratiegegevens van de 3D sensor en
de kabelverbindingsstatus kunnen worden
gecontroleerd.
Aansluitingen van kabels en
installatieposities controleren
Controleer of de kabels tussen de navigatiesys-
teem en de auto goed zijn aangesloten. Contro-
leer eveneens of ze op de juiste plaatsen zijn
aangesloten.
1
Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hardware] aan.
2
Tip [Aansluitingen] aan.
Het aansluitingsstatusscherm wordt weerge-
geven.
(1) Snelheidspuls
De waarde van de door het navigatiesysteem
gedetecteerde toerentalpulsen wordt getoond.
[0] wordt getoond terwijl de auto stationair
draait.
(2) GPS antenne
Geeft de aansluitingsstatus van de GPS
antenne weer, de ontvangstgevoeligheid, en
het aantal satellieten waarvan het signaal
wordt ontvangen. Als het signaal correct
ontvangen is, wordt [OK] weergegeven. Als
de ontvangst slecht is, verschijnt [NOK]. In
dat geval moet u de installatiepositie van de
GPS antenne wijzigen.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
87
89