Serieopnamen maken met verschillende
belichtingsinstellingen (AUTO BRACKET)
Bij de functie Verschillende belichtingsinstellingen worden automatisch drie
achtereenvolgende opnamen gemaakt met de opgegeven belichtingswaarde
als de standaardwaarde, bij drie belichtingsniveaus: –0,5EV, ±0, en +0,5EV.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u een opname met geluid maakt.
1.
Zet de keuzeknop op 5.
2.
Druk op de knop M.
Het menu Opname-instelling wordt
geopend.
3.
Druk op de knop " om [AUTO BRACKET] te selecteren en
druk op de knop O of $.
4.
Selecteer [ON] en druk daarna op
de knop O of #.
5.
Wanneer u in stap 4 op de knop #
heeft gedrukt, druk dan ook op de
knop M.
Het menu Opname wordt afgesloten en
[AB] wordt rechts in het scherm
weergegeven.
6.
Druk op de ontspanknop.
Er worden drie achtereenvolgende
opnamen gemaakt met de opgegeven
waarde voor Belichtingscompensatie als
de standaardwaarde, bij –0,5 EV, ±0 en
+0,5 EV.
Na de opnamen worden de drie foto's op
het LCD-scherm weergegeven. Ze zijn
vanaf links bij –0,5 EV (donkerder),
standaardcompensatie en +0,5 EV (lichter) genomen.
Deze instelling wordt voor de foto gebruikt totdat u deze instelling wijzigt
of het apparaat uitschakelt.
Referentie
• Zie voor het aanpassen van de belichtingscompensatie p.52.
• Zie voor het wijzigen van de witbalans p.53.
66