Advertenties
Symptoom
Er is een beeld
verdwenen.
Bestanden kunnen niet
worden verwijderd.
Een geheugenkaart kan
niet worden
geformatteerd.
Overige problemen
Symptoom
De geheugenkaart kan
niet geplaatst worden.
De camera werkt niet, ook
als de cameraknoppen
worden ingedrukt.
De datum is verkeerd.
De ingestelde datum is
verdwenen.
De automatische
uitschakeling werkt niet.
U hoort geen piep.
De beelden worden niet
op de tv weergegeven.
136
Oorzaak
De batterijen zijn bijna leeg.
De camera werd niet gebruikt, dus de
automatische uitschakeling werd
geactiveerd.
Het bestand wordt beveiligd.
De SD-geheugenkaart is
'vergrendeld'.
De SD-geheugenkaart is
'vergrendeld'.
Oorzaak
De kaart is andersom geplaatst.
De batterijen zijn bijna leeg.
Storing van de camera.
De juiste datum/tijd is niet ingesteld.
De batterijen zijn verwijderd.
De automatische uitschakeling staat
op OFF.
De camera is ingesteld op stil.
Het videoformaat is verkeerd
ingesteld.
De kabel is niet aangesloten.
De in-/uitschakelaar voor de tv is niet
goed ingesteld.
Oplossing
Wanneer u alkalinebatterijen gebruikt,
moet u de batterijen vervangen.
Wanneer u oplaadbare batterijen
gebruikt, moet u de batterijen opladen of
de netadapter gebruiken.
Schakel de camera weer in.
Hef de beveiliging op.
Schakel de vergrendeling uit
(schrijfbeveiliging).
Schakel de vergrendeling uit
(schrijfbeveiliging).
Oplossing
Plaats op de juiste manier.
Wanneer u alkalinebatterijen gebruikt,
moet u de batterijen vervangen.
Wanneer u oplaadbare batterijen
gebruikt, moet u de batterijen opladen of
de netadapter gebruiken.
Schuif de aanknop om de lensdop één
keer te sluiten (uitschakelen) en daarna
opnieuw om de lensdop te openen
(inschakelen).
Verwijder de batterijen en plaats ze
opnieuw in de camera. Sluit de kabel
van de netadapter goed aan, als u deze
gebruikt.
Stel de juiste datum/tijd in.
Wanneer de batterijen meer dan een
week uit de camera worden verwijderd,
wordt de instelling voor de datum gewist.
Geef de instellingen opnieuw op.
Stel de tijd voor de automatische
uitschakeling in.
Stel de piep in op ON.
Stel het in op het juiste formaat.
Sluit de kabel goed aan.
Controleer of de in-/uitschakelaar voor
de tv goed is ingesteld.
Zie
p.16
p.21
p.85
p.19
p.19
Zie
p.20
p.16
p.139
p.140
p.21
p.20
p.139
p.140
p.106
p.106
p.102
p.100
p.108
p.38
-
Advertenties
Hoofdstukken
