De functie AF-doelverschuiving gebruiken
Bij macro-opnamen kunt u met de functie AF-doelverschuiving de
scherpstelling (p.29) vergrendelen met de knoppen !"#$ op de
camera zonder dat u de camera zelf hoeft te verplaatsen.
Dit is handig voor macro-opnamen die worden gemaakt met de
camera op een statief met vergrendelde scherpstelling.
Met de AF-doelverschuivingsfunctie kunt u het kruisje in het midden
van het LCD-scherm verplaatsen naar het onderwerp met de
knoppen !"#$ voor scherpstelling.
1.
Wanneer de camera goed is ingesteld, drukt u op de knop
N.
Het symbool Macro wordt boven in het scherm weergegeven.
2.
Druk vier keer op de knop ADJ.
Druk vijf keer wanneer de knop ADJ. de
vierde functie heeft.
3.
Verplaats het kruisje met de
knoppen !"#$ voor
scherpstelling naar het
onderwerp.
4.
Druk op de knop O.
5.
Druk de ontspanknop half in.
De camera wordt op het kruisje
scherpgesteld.
6.
Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in.
Totdat u de stand Macro verlaat, blijft de AF-doelverschuivingsfunctie de
camera op de ingestelde positie scherpstellen.
Druk op de knop
# om het kruisje
(scherpstelling)
naar links te
verplaatsen.
63