Het scherm aanpassen
Wanneer u op DISP. drukt, kunt u de schermweergavestand wijzigen,
bijvoorbeeld tussen het wel/niet weergeven van symbolen, etc.
Telkens als u op de knop DISP drukt, schakelt de waarde tussen
Histogram aan, Raster, Geen weergave, LCD-scherm uit en Normale
symboolweergave.
Normale symboolweergave
LCD-scherm uit
(Stand Synchro-Monitor)
Begrip
Histogram aan
Het LCD-scherm geeft een histogram rechts onder in het scherm weer. Een histogram is een
soort diagram dat de helderheid van het beeld aangeeft. Wanneer u een histogram gebruikt,
kunt u gaten en dichte vlakken voorkomen.
* Het histogram dat op het LCD-scherm wordt weergegeven is alleen ter indicatie. Afhankelijk van de
opnameomstandigheden (flitser nodig, donkere omgeving, etc.) kan het belichtingsniveau dat in het
histogram wordt aangegeven niet overeenkomen met de helderheid van de genomen opname.
Raster
Er verschijnen rasterlijnen op het LCD-scherm om bij de opname te helpen. Deze lijnen
verschijnen niet op het beeld.
Stand Synchro-Monitor
Het LCD-scherm blijft uitgeschakeld, tenzij de camera wordt bediend. Deze stand is gunstig
voor het stroomverbruik. In deze stand gaat het LCD-scherm weer aan door de ontspanknop
half in te drukken. Wanneer u daarna de ontspanknop volledig indrukt, ziet u de vastgelegde
opname op het LCD-scherm en daarna wordt het LCD-scherm uitgeschakeld.
24
Histogram aan
Het scherm wordt met de knop
DISP gewijzigd
Raster
Geen weergave