schakelhendel in de neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking. Zet de schakelhendel in
de maai- of transportstand en probeer de motor te
starten. Als de motor niet start, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het
probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap
het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de
schakelhendel in de neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking. Start de motor en zet de
schakelhendel in de maai- of transportstand. Als de
motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem
naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het
systeem niet naar behoren werkt.
4. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap
het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de
schakelhendel in de neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking. Start de motor. Zet
de parkeerrem vrij, zet de schakelhendel in de
Maaistand en kom overeind uit de bestuurdersstoel.
Als de motor afslaat, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het
probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
5. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap
het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de
schakelhendel in de neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking. Start de motor. Beweeg
de bedieningshendel van de hefinrichting naar
voren om de maaidekken neer te laten. De
maaidekken moeten omlaag bewegen, maar mogen
niet gaan draaien. Als dit wel het geval, werkt het
veiligheidssysteem niet naar behoren. Verhelp het
probleem.
De maaidekken monteren en
verwijderen
Maaidekken monteren
1. Klap de voetsteun omhoog zodat u bij het middelste
maaidek kunt (Figuur 31).
VOORZICHTIG
Uw vingers kunnen bekneld raken als de
voetsteun dichtklapt.
Houd uw vingers uit de buurt van het gebied
waar de voetsteun terug kan klappen terwijl
deze open staat.
1
1. Voetsteun – gesloten
2. Plaats het maaidek onder de middelste ophangarm.
3. Zorg ervoor dat de vergrendelingen op de
ophangarm omhoog wijzen (dus open staan)
(Figuur 32), druk de ophangarm omlaag zodat de
stang ervan over de stang aan de bovenkant van het
maaidek valt (Figuur 33).
1. Vergrendeling – gesloten
stand
2. Stang van ophangarm
30
2
Figuur 31
2. Voetsteun – geopend
1
2
Figuur 32
3. Vergrendeling – geopende
stand
g014602
3
g014609