Belangrijk: Controleer het peil van de
hydraulische vloeistof voordat de motor voor
het eerst wordt gestart en vervolgens dagelijks.
Water aftappen uit het
brandstoffilter
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en
zet de motor af
2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter.
3. Open de aftapplug op het brandstoffilter ongeveer
één slag en tap eventueel water af (Figuur 30). Draai
de plug weer dicht na het aftappen.
Opmerking: Omdat het water wordt gemengd
met dieselbrandstof, tapt u het brandstoffilter af in
een geschikte opvangbak en voer de vloeistof op de
juiste wijze af.
1
2
Figuur 30
1. Brandstoffilter
Bandenspanning controleren
De banden worden in de fabriek t.b.v. de verzending
opzettelijk te hard opgepompt. Laat daarom wat lucht
uit de banden ontsnappen totdat deze de juiste spanning
hebben, voordat u de machine in gebruik neemt.
Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten de
voorbanden een spanning van minimaal 12 psi tot
maximaal 16 psi (83 tot 110 kPa) hebben.
De achterband moet een spanning van minimaal 12 psi
tot maximaal 16 psi (83 tot 110 kPa) hebben.
g014720
2. Aftapplug
Torsie van wielmoeren
controleren
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
De torsie van de wielmoeren moet 95-122 Nm
bedragen. Haal de moeren aan na 1-4 bedrijfsuren
en nog eens na 10 bedrijfsuren. Haal de wielmoeren
daarna om de 200 bedrijfsuren aan.
Afstelling van contact tussen
snijplaat en messenkooi
controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen de snijplaat en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt
aanvaardbaar was. Er moet over de volle lengte een
licht contact tussen de messenkooi en de snijplaat zijn
(zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen in
de Gebruikershandleiding van het maaidek).
Inrijperiode
Voor olieverversingsbeurten en aanbevolen
onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode, zie
de Gebruikershandleiding van de motor, die u hebt
gekregen bij de machine.
Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang
zijn voor de betrouwbaarheid van de machine in
de toekomst, moet u de werking en de prestaties
van de machine scherp in het oog houden zodat
kleine gebreken die later grote problemen kunnen
veroorzaken, worden opgemerkt en verholpen.
Controleer de machine tijdens de inrijperiode veelvuldig
op olielekken, losse bevestigingen of andere gebreken.
Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal
functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken
(inrijden) voordat u de machine gaat gebruiken. Om de
remmen gebruiksklaar te maken, moet u de machine
op maaisnelheid laten rijden en stevig remmen totdat
de remmen heet zijn., zoals blijkt uit hun geur. Na de
inrijprocedure zullen de remmen misschien moeten
worden afgesteld; zie Remmen afstellen.
28