a
Netschakelaar
Met de schakelaar POWER kunt u het instrument in-
resp. uitschakelen.
Wanneer u het instrument niet gebruikt, moet u het
uitschakelen.
b
Volume
Met deze regelaar kunt u het volume
instellen. Draai de regelaar met de wijzers van de
klok om het volume te verhogen.
c
Aan-, uitindicatie
Toont dat het bedieningsveld is ingeschakeld.
d
Bedieningsveld
Op het bedieningsveld kan men talrijke functies kiezen.
Druk op de met ‚Push' gemarkeerde plek om het
bedieningsveld naar voren te halen.
e
Koptelefoon
Er kunnen max. 2 koptelefoons gelijktijdig
worden aangesloten.
f
Koptelefoonhouder
Hier kunt u uw koptelefoon makkelijk ophangen,
wanneer u hem niet gebruikt.
g
LCD Display
Geeft u informaties, zoals bv. de zojuist gekozen
klank of ook verschillende andere functies.
* Verwijder de beschermfolie alvorens met het be-
dieningsveld te werken.
.
h
Value
Met deze toetsen kunt u de waarde van verschil-
lende functies veranderen
i
Sound
Met deze toets kunt u klanken uitkiezen.
j
Dual
Maakt het combineren van twee klanken mogelijk
(zie pagina 13).
k
Reverb
Voegt aan de gespeelde klank een galmeffect toe.
(zie pagina 14)
l
Metronome
Start of stopt de metronoom.
m
Play/Stop
M a a k t h e t s t a r t e n e n s t o p p e n v a n
o p g e n o m e n t i t e l s m o g e l i j k :
n
Rec
Met deze toets kunt u muziekstukken opnemen. (zie
pagina 18)
o
EQ
Met deze toets kunt u de geïntegreerde equalizer
kiezen.
p
Menu
Maakt het gebruik van de menu functies
met meer instelmogelijkheden mogelijk (bv.
Tuning). (zie pagina 24)
o
p
en
Demo
Met deze toetsen kunt u de weergave van
demosongs starten of stoppen (zie pagina 23).
q
LINE IN aansluitingen
Hier kunt u stereo-uitgangen van andere elektro-
nische instrumenten of bv. een CD-speler aansluiten.
r
LINE OUT aansluitingen
Aan deze uitgangen kunt u een externe
versterker, actieve boxen of een opname-
apparaat aansluiten om het audio-signaal te ver-
sterken of op te nemen.
s
MIDI IN/OUT aansluitingen
Via deze aansluitingen kunt u de CA111 aan
externe MIDI apparaten (bv. een ander elektro-
nisch instrument of een computer) aansluiten.
t
USB aansluiting
Hier kunt u de CA111 met een computer
verbinden om MIDI gegevens uit te wisselen.
u
AC IN aansluiting
H i e r w o r d t d e m e e g e l e v e r d e n e t k a b e l
a a n g e s l o t e n .
v
Dempferpedaal
Het gebruik van dit pedaal haalt alle dempers van de
snaren zodat deze vrij kunnen vibreren. Hierdoor wordt
de pianoklank rijker, vooral bij zachte legato-passages. U
kunt ook halfpedaal gebruiken.
w
Sostenutopedaal
Wanneer u dit pedaal gebruikt terwijl toetsen ingedrukt
zijn, worden deze noten vastgehouden en alle
daarna gespeelde noten niet.
x
Softpedaal
Dit pedaal maakt de klank zachter en reduceert het
volume. Wanneer het Rotor effect voor dit pedaal
geactiveerd is, kan men door het indrukken van dit
pedaal de rotorsnelheid tussen snel en langzaam
omschakelen.
y
Pedaal instelschroef
Deze schroef geeft het pedaal de nodige stabiliteit.
* Controleer of de instelschroef de bodem licht aanraakt om
beschadigingen aan de pedaaleenheid te vermijden.
Bij het transport moet deze schroef verwijderd wor-
den. Op de plaats van bestemming moet de schroef weer
op de juiste manier worden ingezet en gejusteerd worden.
Pagina
9
1