3. Maak uw keuzes op de tabbladen van het stuurprogramma. Zie de volgende tabel voor specifieke
afdrukopties.
Opmerking:
In Windows kunt u huidige afdrukopties opslaan met een bepaalde naam en deze toepassen op
andere afdruktaken. Maak keuzes op het tabblad Paper/Output (Papier/aflevering), Image
Options (Beeldopties), Layout (Opmaak), Watermarks (Watermerken), of Advanced
Settings (Geavanceerde instellingen), en klik dan op Opslaan onder Saved Settings
(Opgeslagen instellingen) op het tabblad Paper/Output (Papier/aflevering). Klik op Help voor
meer informatie.
4. Klik op OK om uw keuzes op te slaan.
5. Druk de taak af.
Zie de volgende tabel voor specifieke afdrukopties:
Epson AcuLaser C1700 Series
Gebruikershandleiding
Afdrukbasics
53