Een taak afdrukken vananf een normale Windows-applicatie:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Selecteer in het File (Bestand) menu, Print (Afdrukken) .
3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Pas de systeeminstellingen zo
nodig aan (zoals de pagina's die u wilt afdrukken of het aantal kopieën).
4. Om de systeeminstellingen aan te passen die niet op het startscherm beschikbaar zijn, zoals
Quantity (Exemplaren), Paper Size (Papierformaat), of Feed Orientation
(Invoerrichting), klikt u op Voorkeuren.
Het Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren) dialoogvenster verschijnt.
5. Specificeer de afdrukinstellingen. Voor meer informatie, klik op Help.
6. Klik op OK om het Printing Preferences (Afdrukvoorkeuren) dialoogvenster te sluiten.
7. Klik op Print (Afdrukken) om de taak naar de geselecteerde printer te sturen.
Een afdruktaak annuleren
Er zijn verschillende manieren om een afdruktaak te annuleren.
Annuleren vanaf het bedieningspaneel
Een taak annuleren nadat het afdrukken is begonnen:
1. Druk op de toets
Opmerking:
Het afdrukken wordt alleen voor de huidige taak geannuleerd. Alle volgende taken worden wel
afgedrukt.
Een taak annuleren vanaf een computer met Windows
Een taak vanaf de taakbalk annuleren
Wanneer u een taak verstuurt om af te drukken, verschijnt een klein printerpictogram in de
rechterhoek van de taakbalk.
(Taak annuleren).
Epson AcuLaser C1700 Series
Gebruikershandleiding
Afdrukbasics
50