nl Accessoires
4.5 Verwarmingsmethoden en functies
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw gerechten te kunnen bepalen, geven wij uitleg over de verschil-
len en toepassingen.
Naam
Magnetron
Grill
Magnetron-combi
Gerechten
Reiniging
Basisinstellingen
4.6 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Zelfreinigende oppervlakken
Het plafond in de binnenruimte is zelfreinigend. De zelf-
reinigende oppervlakken zijn voorzien van een laagje
poreus, mat keramiek en hebben een ruw oppervlak.
Wanneer het apparaat in gebruik is, nemen de zelfreini-
gende oppervlakken vetspetters van het bakken, bra-
den of grillen op en breken ze af.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, gaat de verlichting
van de binnenruimte aan. Wanneer de apparaatdeur
langer dan ca. 15 minuten is geopend, dan schakelt de
verlichting van de binnenruimte uit.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting van de binnenruimte aan als het programma
loopt. Wanneer het gebruik eindigt, gaat de verlichting
van de binnenruimte uit.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
Warme lucht komt vrij via de ventilatiesleuven boven de
apparaatdeur.
Accessoires
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
102
Vermogen/standen
90/180/360/600/"boost"
Grillstanden:
¡ 1 = laag
¡ 2 = gemiddeld
¡ 3 = sterk
90/180/360 W + grillstan-
den 1/2/3
Gebruik
Voor het ontdooien, bereiden en verwarmen van gerech-
ten en vloeistoffen.
→ "Magnetron", Pagina 104
Platte producten, zoals worstjes of toast grillen. Gerech-
ten gratineren.
→ "Grill", Pagina 106
Ovenschotels en gegratineerde gerechten bakken. De
gerechten worden bruin gebakken.
→ "Magnetron-combi", Pagina 105
Voor vele gerechten zijn er voorgeprogrammeerde instel-
lingen.
Reinigingsfunctie voor de binnenruimte kiezen.
→ "Reinigingsondersteuning", Pagina 111
Basisinstellingen aanpassen.
→ "Basisinstellingen", Pagina 110
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
Dek de ventilatiesleuven niet af.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt. Wanneer het
apparaat in de magnetronfunctie wordt gebruikt, blijft
het apparaat koud, de koelventilator schakelt niettemin
in. De koelventilator kan blijven draaien, ook wanneer
het gebruik van de magnetron reeds is beëindigd.
4.7 Condenswater
Bij het bereiden kan in de binnenruimte en op de deur
van het apparaat condensvorming optreden. Condens
is normaal en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het bereiden het condens af.
4.8 Apparaatdeur
De apparaatdeur kunt u met
apparaatdeur opent tijdens het gebruik, wordt de wer-
king stopgezet. Wanneer de apparaatdeur weer is ge-
sloten, kunt u het gebruik met
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
openen. Wanneer u de
hervatten.