5.
Schakel de instelling Automatisch beantwoorden uit.
6.
Voer een faxtest uit.
U moet beschikbaar zijn om persoonlijk te reageren op inkomende faxoproepen, anders kan de printer geen
faxen ontvangen.
Als u problemen ondervindt bij het installeren van de printer met optionele apparatuur, neem dan contact op
met uw lokale serviceprovider of leverancier voor verdere hulp.
Faxinstallatietesten
U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de
instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen. De
test controleert het volgende:
Test de faxhardware
●
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op de printer
●
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten
●
Aanwezigheid van een kiestoon
●
Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn
●
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
●
De printer drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor
informatie over het oplossen van het probleem en voert u de test opnieuw uit.
74
Hoofdstuk 6 Faxen