ZOALS GELEVERD werkt het luchtgordijn op een 1-fasige stroomvoorziening (1L+N+E) via een
lokale geschakelde spur die de ventilatoren en controllers van stroom voorziet. Het luchtgordijn is
voorzien van een verwarmingselement voor de ontdooicyclus. Bij levering is dit element echter
uitgeschakeld. Als het verwarmingselement voor de ontdooicyclus nodig is, is voor het luchtgordijn
in plaats van de 1-fasige stroomvoorziening nu een 3-fasige stroomvoorziening (3L+N+E) vanuit
een lokale geschakelde spur nodig om ook het verwarmingselement van stroom te voorzien. Het
verwarmingselement moet ter plekke tijdens het in werking stellen worden ingeschakeld. Zie
onderstaande opmerkingen en het deel 'Installatie - Elektrische aansluitingen en bedrading van het
luchtgordijn' op pagina 14. Er is ook een communicatie-verbinding met de heer Slim buitenunit via
verbindingen S2 en S3 (S1 wordt niet gebruikt)
ZOALS GELEVERD is het luchtgordijn geconfigureerd voor de energiebesparende
weersafhankelijke of uitblaasluchttemperatuurregeling met gebruik van een Mitsubishi Electric
PAR-W21 MAA afstandsbediening. De volgende functies zijn beschikbaar:
Aan/uit-regeling van het Mitsubishi Electric warmptepompsysteem
Modus wijzigen tussen temperatuur- en ventilatiestanden (Heating en Fan)
Energiebesparende weersafhankelijke of uitblaasluchttemperatuurregeling via een ingestelde
doeltemperatuur
Signaal voor wanneer de buitenunit in de ontdooistand staat, zodat het verwarmingselement
voor de ontdooicyclus (indien ingeschakeld) gedurende de enkele minuten durende
ontdooicyclus gedeeltelijke verwarming als back-up kan leveren
Foutsignaal voor wanneer er een probleem met de Mitsubishi Electric warmptepomp optreedt
Weersafhankelijke regeling (HEATING ECO): De temperatuur van de buitenlucht wordt met
behulp van een luchtsensor op de Mitsubishi Electric-buitenunit waargenomen, waarna de
temperatuur van de uitblaaslucht in het luchtgordijn wordt aangepast in overeenstemming met een
warmtekromme. Als het buiten koud is, wordt een warmere uitblaasluchtstroom geselecteerd dan
als het buiten minder koud is, aangezien dan minder verwarming van uitgeblazen lucht nodig is.
De warmptepompcompressor werkt dus alleen op het benodigde vermogen, met als resultaat
aanzienlijke energie- en CO
voor een weersafhankelijke regeling is geconfigureerd. De temperatuurpunten 1, 2, 3 en 4 worden
tijdens het in werking stellen geselecteerd.
Uitblaaslucht van het
luchtgordijn
Temperatuur (°C)
Uitblaasluchttemperatuurregeling (HEATING): De eindgebruiker stelt een doeltemperatuur van
bijvoorbeeld 35°C in. Het luchtgordijn regelt vervolgens de temperatuur van de uitblaaslucht
zodanig, dat deze lucht altijd op 35°C wordt gehandhaafd, zelfs als de temperatuur van de
aanzuiglucht verandert.
T9901085-1 NL
ONTWERPINFORMATIE
-besparingen. In afbeelding 1 ziet u een typische warmtekromme die
2
Verwarmd luchtgordijn
2
40
30
4
20
1
-5
0
5
10
Temperatuur van de buitenlucht (°C)
Afbeelding 1
Weersafhankelijke regeling
Typische verwarmingskromme
Onverwarmd luchtgordijn
3
15
Pagina 5 van de 38
20