Bedrading van de ventilatorsnelheid voor het luchtgordijn
Het luchtgordijn wordt geleverd met een draadverbinding voor
bediening op één ventilatorsnelheid, zoals hiernaast te zien is. De
huidige denkwijze voor luchtgordijntechnologie is echter een bedrade
deurschakelaar om de eenheid om te schakelen tussen hoge
ventilatorsnelheid bij geopende deur en lage ventilatorsnelheid bij
dichte deur. Dit is niet alleen energie-efficiënt, maar ook minder
lawaaiig. In plaats hiervan kan bij het in werking stellen ook een enkele
ventilatorsnelheid (hoog, medium of laag) worden ingesteld, afhankelijk
van de algemene weersomstandigheden op de locatie. Met beide
methodes kan de eindgebruiker de ventilatorsnelheid niet veranderen,
waardoor het luchtgordijn mogelijk op een ongeschikte instelling blijft werken.
opgehangen. De eindgebruiker kan dan desgewenst op afstand kiezen voor een hoge,
medium of lage ventilatorsnelheid.
Een
deurschakelaar,
standenventilatorschakelaar is via een dubbel geïsoleerde netvoedingskabel voor 230V met
een grootte van 0,75 mm
aangesloten. Zie ook bedradingsschema 1 of 2 op pagina 16 en 17 en 'In werking stellen' en
'Ventilatorsnelheden van het luchtgordijn selecteren' op pagina 22 voor meer informatie over
hoe de beschikbare snelheden van de ventilatormotor(en) met zes snelheden kunnen worden
ingesteld op de weersomstandigheden buiten en de geluidsniveaus binnen.
Condensafvoersysteem
Koelen is alleen mogelijk als het luchtgordijn tijdens het in werking stellen is geconfigureerd
voor bediening met Aanzuigluchttemperatuurregeling of binnenluchttemperatuurregeling
. Koeling is niet mogelijk bij weersafhankelijke of uitblaasluchttemperatuurregeling, en het
luchtgordijn wordt in deze laatste configuratie geleverd.
Als het de bedoeling is om het luchtgordijn in de koelstand te gebruiken, moet de aansluiting
uit CNX5 op de PAC-IF010 interfacekaart (PCB) worden verwijderd (zie bedradingsschema 1
en 2 op pagina 16 en 17) en moet er een condensafvoersysteem worden geïnstalleerd.
Het luchtgordijn is voorzien van een condensaatafvoerlade met
een koperen uitlaatpijp van 15 mm aan de rechterzijde van het
luchtgordijn. Op deze pijp kan een bijbehorende condensaatslang
worden bevestigd (zie afbeelding), die aan de achterkant van de
eenheid door een opening van 22 mm wordt gehaald (zie
afbeelding 2 op pagina 11), zodat het condensaat door de
zwaartekracht wordt afgevoerd. Aan de achterkant van het
luchtgordijn
moet
condensafvoersysteem .
Als afvoer uit het luchtgordijn via zwaartekracht niet mogelijk is, moet de installateur een
geschikte condensatorpomp (niet met de eenheid meegeleverd) leveren en installeren om het
T9901085-1 NL
Als
de
eindgebruiker
veranderen van de ventilatorsnelheid met
afstandsbediening wordt er een aan de wand
bevestigde 3-standenventilatorschakelaar met
het luchtgordijn meegeleverd die naast de
Mitsubishi Electric PAR-W21MAA- of
30MAA-afstandsbediening
de
draadverbinding
2
op aansluitklem VENT, HOGE, MED en LAGE van het luchtgordijn
vervolgens
worden
kiest
voor
PAR-
kan
worden
voor
enkele
voorzien
in
een
het
snelheid
of
Pagina 18 van de 38
de
3-