condensaat rechtstreeks uit de eenheid af te voeren. Deze condensatorpomp moet voldoende
capaciteit hebben (zie onderstaande tabel), automatisch ontluchten en voldoende zuigkracht
leveren om het condensaat uit de bovenkant van het luchtgordijn te zuigen. Geschikte
condensatorpompen met zuigkop zijn peristaltische of roterende diafragmapompen. Het
verdient aanbeveling dat de condensatorpomp de mogelijkheid biedt om alleen in werking te
treden wanneer het luchtgordijn in de koelstand staat, door middel van detectie van water in
de lekbak of een verschil in koeltemperatuur van de luchtstroom. De pomp moet tevens zijn
uitgerust met een pompoverloopfunctie die de lekbak zoveel mogelijk leegt wanneer het
luchtgordijn wordt uitgeschakeld. Onze aanbeveling is de rotatieve diafragmapomp met
koelsensor (drainStik) van Blue Diamond, geproduceerd door Charles Austen Pumps Ltd.
(www.miniblue.co.uk).
Luchtgordijn
HP1000 DXE
HP1500 DXE
HP2000 DXE
(met een PUHZ-RP140)
HP2000 DXE
(met een PUHZ-RP200)
In het luchtgordijn aan de rechterkant is ruimte voor het aanbrengen van een
condensatorpomp. Er is voorzien in een permanente enkelfasige voeding van 230 VAC in het
luchtgordijn bij de DIN-rail, om de pomp van stroom te voorzien. Zie bedradingsschema 1 en 2
op pagina 16/17. In de omkasting bevinden zich twee openingen van 20 mm voor afvoer van
het condensaat. Een opening bevindt zich bovenop de eenheid en een andere aan de
achterkant, beide aangebracht met rubberen pluggen (zie afbeelding 2 op pagina 11). Deze
openingen kunnen worden gebruikt voor doorvoer van een slang tussen de condensatorpomp
en een externe condensaatafvoer.
De condensaatafvoerslang moet na het verwijderen van de plug door een van de twee
condensaatuitvoeropeningen
aangesloten met behulp van de adapter die met de pomp is meegeleverd. Het kan nodig zijn
de slang te verlengen als de pomp ver weg is gepositioneerd.
Zowel bij gebruik van een afvoersysteem op zwaartekracht als van een condensatorpomp
voor het verwijderen van het condensaat moet er een alarmsysteem met bijbehorende sensor
in de lekbak worden aangebracht voor het leveren van een spanningsvrij signaal (gesloten
circuit = alarm). Er moet een 2-draads condensaatalarmsignaal worden teruggevoerd naar de
aansluiting van het condensaatalarm dat op de interfacekaart in het luchtgordijn is voorzien.
Dit zorgt dat het luchtgordijn ophoudt met koelen als het risico bestaat dat de
condensaatafvoerlade overstroomt met als gevolg een foutcode op het Mitsubishi Electric-
systeem (de ventilatoren van het luchtgordijn blijven overigens gewoon doorwerken).
Op de lekbak in het luchtgordijn is een bevestigingsbeugel met
een opening van 8 mm in doorsnede aangesloten, zodat de
installateur een condensaatalarmsensor op de lekbak kan
bevestigen. Bevestig de lekbak met een neerwaarts scharnier
voor betere toegang tot de bevestigingsbeugel (zie afbeelding en
'Onderhoud' op pagina 33). Vergroot de opening zo nodig
afhankelijk van het sensortype dat wordt gebruikt, zodat de
sensor op de juiste positie van de lekbak wordt geplaatst. Als er
een
condensatorpomp
instructies van de fabrikant die met de pomp zijn meegeleverd voor meer informatie.
T9901085-1 NL
Maximale te verwachten condensaatdebiet
worden
geduwd
wordt
gebruikt,
raadpleegt
(liter/uur)
6,0
9,0
11,0
15,0
en
op
de
condensatorpomp
u
de
worden
Pagina 19 van de 38