Het warmptepompsysteem starten
Voer een laatste inspectie uit om te controleren of alle bedradingen overeenkomen met
bedradingsschema 1 op pagina 16 of bedradingsschema 2 op pagina 17 en of alle
aansluitingen goed vast zitten. Zorg dat het koudemiddelsysteem compleet is, geen
lekken vertoont en voldoende is gevuld met koelmiddel R410A. Schakel de
stroomtoevoer naar de Mitsubishi Electric buitenunit en de lokale elektrische voeding
van het luchtgordijn.
WAARSCHUWING! De interfacekaart in het luchtgordijn staat onder een spanning van
230V en er zal 400V te zijn op sommige luchtgordijn terminals als de ontdooicyclus
bijverwarming is ingeschakeld.
Het systeem wordt niet 'opgestart' en wanneer het scherm op de PAR-W21MAA of
PAR-30MAA afstandsbediening actief wordt, verschijnt het bericht 'PLEASE WAIT'
(Even wachten). Na enkele minuten verdwijnt dit bericht en is het systeem gereed.
Schakel het luchtgordijn aan met behulp van de aan/uit-toets op de afstandsbediening.
De ventilatoren van het luchtgordijn gaan meteen aan.
Als er een deurschakelaar is geïnstalleerd om de ventilatorsnelheden om te schakelen
tussen hoog (deur open) en laag (deur dicht), controleert u of deze schakelaar goed
werkt.
Als de externe 3-standenventilatorschakelaar is geïnstalleerd, controleert u met behulp
van de schuif of de ventilatoren op HOGE, MEDIUM en LAGE snelheid werken.
Als er geen deurschakelaar of externe 3-standenventilatorschakelaar aanwezig is, zijn
de aansluitklemmen voor de ventilatorsnelheid op het luchtgordijn voorzien van een
draadverbinding. Stel de draadverbinding in op een van de drie ventilatorsnelheden
(LAAG, MEDIUM of HOOG) die past bij de omstandigheden op de locatie (zie pagina
18 en 22). Controleer op elke snelheid of de ventilatoren geen overmatig mechanisch
lawaai produceren en of alle ventilatoren het doen.
Als het luchtgordijn is geconfigureerd voor:
Uitblaasluchttemperatuurregeling (HEATING)
Schakel de Mode-toets op de PAR-W21MAA in op de verwarmingsstand (HEATING)
(d.w.z. uitblaasluchttemperatuurregeling) en stel de doeltemperatuur met behulp van
de ▲TEMP-toets in op 40°C. Controleer na ongeveer 15 minuten of de luchtstroom uit
het uitblaasrooster over de volledige lengte van het luchtgordijn warm is en of, met
zowel dichte als open deur, de luchtstroom recht naar beneden langs de deuropening
gaat en de vloer bereikt.
Opmerking: Koelen is niet mogelijk met weersafhankelijke regeling (HEATING ECO)
of met uitblaasluchttemperatuurregeling (HEATING).
T9901085-1 NL
GEVAAR: Let op ventilatoren die starten!
Weersafhankelijke regeling (HEATING ECO)
(zo wordt het luchtgordijn geleverd)
met een PAR-W21MAA afstandsbediening:
of
Pagina 24 van de 38