10 Onderdelen vervangen
De volgende in dit hoofdstuk beschreven werkzaamhe-
den mogen alleen worden uitgevoerd door een erkend
installateur.
• Gebruik voor reparaties alleen originele reserveonder-
delen.
• Controleer of de onderdelen goed gemonteerd zijn en
of de oorspronkelijke positie en richting zijn aangehou-
den.
10.1
Veiligheidsaanwijzingen
d
Gevaar!
Neem bij de vervanging van onderdelen voor uw
eigen veiligheid en om materiële schade aan het
toestel te voorkomen de volgende veiligheids-
aanwijzingen in acht.
• Neem het toestel buiten bedrijf.
Gevaar!
e
Levensgevaar door elektrische schok!
Verbreek de verbinding van het toestel met het
elektriciteitsnet door de stekker uit de wand-
contactdoos te trekken of het toestel via een
scheidingsinrichting met een contactopening
van ten minste 3 mm (b.v. zekeringen of con-
tactverbrekers) spanningsvrij te maken!
• Sluit de gaskraan en de onderhoudskranen in de
CV-aanvoer- en retourleiding.
• Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie in de koud-
watertoevoerleiding.
• Maak het toestel leeg, wanneer u watervoerende on-
derdelen van het toestel wilt vervangen!
• Let erop, dat geen water op de stroomvoerende onder-
delen (b.v. de elektronicabox) druppelt!
• Gebruik alleen nieuwe afdichtingen en O-ringen!
• Controleer na beëindiging van de werkzaamheden op
lekkages en goede werking (zie paragraaf 8.11).
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020214504_00
Onderdelen vervangen 10
10.2
Brander vervangen
Gevaar!
d
Neem voor de vervanging van het onderdeel de
veiligheidsaanwijzingen in paragraaf 10.1 in acht.
• Demonteer de compacte thermomodule zoals beschre-
ven in paragraaf 8.4.1.
1
Afb. 10.1
Brander vervangen
• Maak de 4 schroeven (1) op de brander los en demon-
teer de brander.
• Monteer de nieuwe brander met een nieuwe afdich-
ting. Zorg ervoor dat het lipje bij het brandervenster in
de uitsparing in de brander grijpt.
• Monteer de compacte thermomodule weer zoals be-
schreven in paragraaf 8.4.5.
• Controleer na beëindiging van de werkzaamheden op
lekkages en goede werking (zie paragraaf 8.11).
10.3
Ventilator of gasblok vervangen
Gevaar!
d
Neem voor de vervanging van het onderdeel de
veiligheidsaanwijzingen in paragraaf 10.1 in acht.
• Verbreek de verbinding van het toestel met het elektri-
citeitsnet zoals beschreven onder 10.1 en sluit de gas-
kraan.
• Neem de luchtaanzuigbuis weg (1, Afb. 8.1).
• Maak de gasleiding op het gasblok los (6, Afb. 10.3).
43