Samenvatting van Inhoud voor Vaillant turboVIT combi VKC BE 255/1-5-120
Pagina 1
turboVIT combi VKC BE 255/1-5 - 120 VKC BE 325/1-5 - 120 BE/LU...
Pagina 2
Installatie- en onderhoudshandleiding Voor de installateur turboVIT combi Gasketel VKC BE 255/1-5 - 120 VKC BE 325/1-5 - 120 Wijzigingen voorbehouden!
Inhoud Pagina Aanwijzingen bij de documentatie ....6 Aanpassing aan de verwarmingsinstallatie ..18 Meegeleverde documenten en service-hulpmiddelen Selectie en instelling van parameters ..Aanbrengen en bewaren van de documentatie .
Beschrijving van het apparaat 1 Aanwijzingen bij de documentatie 1 Beschrijving van het apparaat De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de De Vaillant gasverwarmingsketels turboVIT worden hele documentatie. gebruikt als warmteopwekkers voor centrale In combinatie met deze installatie- en verwarmingsinstallaties die werken met warm water.
1 Beschrijving van het apparaat 1.1 Typeoverzicht De Vaillant gasverwarmingsketels turboVIT combi worden geleverd met de volgende vermogens: Toesteltype Bestemmingsland Toelatings- (ISO 3166) categorie Gassoort Nom. vermogen P (kW) VKC BE 255/1-120 BE (België) G20/25 (Aardgas E, Aardgas LL) 25,0 (80/60 °C)
AAN/UIT veiligheidsklep digitaal informatie- en analysesysteem met display gasarmatuur reservoirtemperatuurregelaar brander toevoertemperatuurregelaar vul- en ledigingskraan van de ketel inbouwplaats voor Vaillant regelapparaten kijkopening Manometer dompelhuls veiligheidstemperatuurbegrenzer STB Aansluitingen aan de achterzijde van de ketel: expansievat (warmwaterboiler) aansluiting VLT/VGA-systeem frontbekleding...
2.2 Voorschriften (België) De plaatsing, installatie en eerste ingebruikname van de Voor de installatie van het apparaat moeten het Vaillant turboVIT ketel mag enkel uitgevoerd worden plaatselijke gasdistributiebedrijf en de lokale door een bekwaam installateur die, onder zijn schoorsteenveger geïnformeerd worden.
Montage 3 3 Montage 3.1.2 Aanwijzingen bij de verwarmingsinstallatie en bij de opstellingsplaats 3.1 Opstellingsplaats van de gasvloerketel – Van de afblaasleiding van de veiligheidsklep moet op de plaats van installatie en afvoerbuis met inlooptrechter 3.1.1 Voorschriften voor de opstellingsplaats en sifon naar een geschikte afvoer (aansluiting aan het Voor de keuze van de opstellingsplaats en voor de waterafvoersysteem) in de opstellingsruimte geleid...
4 Installatie 4 Installatie 4.2 Aansluiting warmwaterzijdig De maximale werkingsdruk van de boiler bedraagt 8 bar. 4.1 Aansluiten vertrek- en retourwaterleidingen De aansluiting van de warmwaterboiler moet voldoen aan de geldende normen. • sluit de boiler aan volgens Afb. 4.1 Veiligheidsgroep 7 bar te voorzien op de koudwater- aansluiting + eventuele drukreductor wanneer de koudwaterdruk hoger is dan 4 bar.
De gasinstallatie mag alleen worden uitgevoerd door een Het VLT/VGA-systeem kan concentrisch (60/100, 80/125) bevoegd vakman. Daarbij moeten de wettelijke richtlijnen of gescheiden (80/80) aan het Vaillant-toebehoren en de plaatselijke voorschriften van het gasbedrijf in aangesloten worden. (zie de montagehandleiding van de acht worden genomen.
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door een erkend vakman, die verantwoordelijk is voor de naleving van de bestaande normen en richtlijnen (AREI). De Vaillant gasketels zijn uitgerust met aansluitstekkers systeem Pro E voor een gemakkelijkere elektrische installatie en zijn gereed voor aansluiting bedraad.
De in tabel 4.2 opgesomde regelapparaten kunnen voor Zorg er met name voor dat bij de aansluiting van een de regeling van de Vaillant turboVIT en de aanlegthermostaat voor een vloerverwarming de brug verwarmingsinstallatie gebruikt worden.
Installatie 4 Ingebruikname 5 5 Ingebruikname 4.5.5 Externe voelers, regelaars enz. aansluiten • Steek de buitenvoeler op aan de randstekker. • Sluit de watergebrekbeveiliging potentiaalvrij aan aan de 5.1 Waterbereiding in verwarmingsinstallaties „aanlegthermostaat“ (Pro E) en de gasafvoerklep aan Eisen aan de eigenschappen van het vulwater: het toebehoren (de positie van de aansluitingen is Warmteopwekkers met een installatievermogen tot voorgesteld in afb.
5 Ingebruikname 5.3 Controleren van de gasinstelling 5.3.2 Controle van de gasaansluitdruk 5.3.1 Fabrieksinstelling De ketels zijn vanuit de fabriek ingesteld voor aardgas. Een branderinstelling is niet noodzakelijk. De gasdrukregelaar aan de gasarmatuur is verzegeld. Let op! Vergelijk vóór de ingebruikname van het apparaat de opgaven over de ingestelde gassoort op het typeplaatje met de plaatselijke gasfamilie en gassoort.
Ingebruikname 5 5.4 Functiecontrole • Neem het apparaat in gebruik conform de gebruiksaanwijzing. • Controleer de gastoevoerleiding, de gasafvoerinstallatie, de ketel en de verwarmingsinstallatie op dichtheid. Aanwijzing! Belangrijk is ook de controle of alle gasdrukmeetnippels dicht zijn afgesloten. • De ontsteking en regelmatig vlammenbeeld van de hoofdbrander controleren.
6 Aanpassing aan de verwarmingsinstallatie 6 Aanpassing aan de verwarmingsinstallatie De turboVIT-apparaten zijn uitgerust met een digitaal informatie- en analysesysteem (DIA-systeem). 6.1 Selectie en instelling van parameters In de diagnosemodus kunt u verschillende parameters wijzigen om het verwarmingsapparaat aan te passen aan de verwarmingsinstallatie.
Aanpassing aan de verwarmingsinstallatie 6 6.2 Overzicht van de instelbare installatieparameters De volgende parameters kunnen ingesteld worden voor de aanpassing van het apparaat aan de verwarmingsin- stallatie en aan de behoeftes van de klant: Aanwijzing! In de laatste kolom kunt u uw instellingen noteren nadat u de installatiespecifieke parameters heeft ingesteld.
(b.v. een achteraf geïsoleerd catalogi van vervangingsonderdelen. Inlichtingen oud gebouw; de ketel wordt slechts gebruikt aan een daarover krijgt u bij alle Vaillant fabrieksklanten- deel van de verwarmingsinstallatie). diensten. – Voer een instelling in de richting van meer uren uit bij minder schakelcycli van de ketel (b.v.
Inspectie en onderhoud 7 7.3 Overzicht van de onderhoudswerkzaamheden De volgende werkstappen moeten bij het onderhoud van het apparaat worden uitgevoerd: Uit te voeren: Werkstap Indien Algemeen nodig Apparaat isoleren van het stroomnet en gastoevoer sluiten Algemene toestand van het apparaat controleren, algemene vervuilingen aan het apparaat verwijderen Brander controleren op vervuiling en beschadigingen Brander reinigen...
7 Inspectie en onderhoud 7.3.1 Demontage van de brander 7.3.2 Warmtewisselaar reinigen Afb. 7.1 Demontage van de brander Afb. 7.2 Reiniging van de warmtewisselaar Demonteer voor het onderhoud van de brander en van Voor de reiniging van de warmtewisselaar gaat u als de warmtewisselaar eerst de brander.
Inspectie en onderhoud 7 7.3.3 Brander reinigen 7.3.5 Veiligheidsinrichtingen controleren Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren • Sluit het verwarmingscircuit af. • Start het testprogramma P.5. Afb. 7.3 Reiniging van de brander • Maak de branderbuizen (4) in de buurt van de primaire luchtaanzuiging en de uitlaatopeningen schoon met een penseel of een borstel (geen staalborstel!).
7 Inspectie en onderhoud 7.3.6 Beschermanode onderhouden 7.3.7 Expansievat onderhouden De magnesium-beschermanode moet voor de eerste • Controleer de voordruk an het Ventil (3 und 4) met keer na 2 jaar door een zichtcontrole op slijtage behulp van een manometer. gecontroleerd worden.
Opheffen van storingen 8 8 Opheffen van storingen 8.1 Foutcodes Voor het opsporen en het opheffen van fouten volstaan in de regel de foutmeldingen van het DIA-systeem. De volgende foutcodes worden getoond in het display en bieden u hulp bij het lokaliseren en opheffen van een storing: Code Betekenis...
8 Opheffen van storingen 8.2 Ontgrendeling na uitschakeling door de 8.3 Statuscodes veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) De statuscodes, die u krijgt via het display van het DIA-systeem, geven u informatie over de huidige bedrijfstoestand van het apparaat. Als er tegelijkertijd meerdere bedrijfstoestanden voorkomen wordt altijd de belangrijkste statuscode getoond.
Opheffen van storingen 8 8.4 Diagnosecodes • Indien vereist wijzigt u de waarde met de toetsen “+” In de diagnosemodus kunt u bepaalde parameters of “–” (indicatie knippert). wijzigen of meer informatie laten tonen (zie tabel). • Sla de nieuw ingestelde waarde op door de toets “i” Veranderbare parameters zijn vet gedrukt.
Pagina 29
8 Opheffen van storingen Indicatie Betekenis Indicatiewaarden/Instelbare waarden d.48 Werkelijke waarde temperatuur afvoergassensor in °C d.50 Uitschakelhysterese van de toevoerregelaar Instelbereik 1 ... 10 (fabrieksinstelling: 6) d.51 Inschakelhysterese van de toevoerregelaar Instelbereik - 1 ... 10 (fabrieksinstelling: - 2) d.60 Aantal STB-uitschakelingen Aantal d.61...
Technische gegevens 9 Technische gegevens Eenheid VKC BE 255/1-120 VKC BE 325/1-120 Nominaal verwarmingsvermogen 25,0 31,5 Nominale warmtebelasting 27,5 34,8 Aantal elementen – Afvoergastemperatuur bij nominaal vermogen 1) °C Afvoergasmassastroom bij nominaal vermogen 1) 13,7 17,4 -gehalte bij nominaal vermogen 1) Weerstand aan waterkant bij ∆T = 20 K mbar Weerstand aan waterkant bij ∆T = 10 K...
Pagina 32
ë Vaillant Belgique/Belgi n. v. Vaillant s. a. Rue Golden Hope 15 B-1620 Drogenbos Centrale: Tel. 02/334 93 00 Fax 02/334 34 68 Verkoop-Vente: Tel. 02/334 93 12 Fax 02/378 93 19...