Inhoudsopgave
Advertenties
8.4.2 Integrale condensatiewarmtewisselaar reini-
gen
a
Attentie!
Gevaar voor kortsluiting en vernietiging van
printplaat en ventilator!
Bescherm de omlaag geklapte elektronicabox en
de ventilator tegen spatwater.
Afb. 8.3 Integrale condensatiewarmtewisselaar reinigen
• Demonteer de compacte thermomodule zoals beschre-
ven onder 8.4.1.
• Reinig de verwarmingsspiraal (2) van de integrale con-
densatiewarmtewisselaar (3) met een in de handel ge-
bruikelijke azijnoplossing. Spoel na met water. Het
water loopt uit de warmtewisselaar door de condens-
watersifon weg. Via de opening (4) kunt u ook de op-
vangruimte voor condenswater reinigen.
• Spoel na een inwerktijd van ca. 20 minuten het losge-
raakte vuil met een scherpe waterstraal af. Voorkom
dat de waterstraal direct op het isolatievlak (1) aan de
achterkant van de warmtewisselaar gericht wordt.
U kunt voor het reinigen ook een kunststof borstel ge-
bruiken.
8.4.3 Integrale condensatiewarmtewisselaar ontkal-
ken
• Sluit de onderhoudskranen.
• Maak het toestel leeg.
• Vul het toestel met het ontkalkingsmiddel
(ET 990098).
• Vul het toestel met schoon water tot de nominale
druk.
• Zet de pomp op "doorlopend".
• Verwarm het toestel via de installateurtoets.
• Laat het ontkalkingsmiddel in de installateurmodus ca.
30 min. inwerken.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020214504_00
• Spoel daarna het toestel grondig met schoon water
uit.
• Zet de pomp weer terug naar de uitgangstoestand.
• Open de onderhoudskranen en vul eventueel de CV-in-
stallatie bij.
8.4.4 Brander controleren
1
2
Afb. 8.4 Brander controleren
De brander (2) behoeft geen onderhoud en hoeft niet te
3
worden gereinigd.
• Controleer het oppervlak van de brander op beschadi-
gingen en vervang indien nodig de brander.
• Monteer na controle/vervanging van de brander de
compacte thermomodule zoals beschreven in para-
4
graaf 8.4.5.
8.4.5 Compacte thermomodule inbouwen
• Vervang de afdichtingen (1) en (3) in de branderdeur
(zie Afb. 8.4).
H
Gevaar!
Gevaar voor verbranding en beschadiging door
uitstromende hete rookgassen!
De beide afdichtingen (1) en (2) en de zelfbor-
gende moeren op de branderdeur moeten tel-
kens wanneer de branderdeur wordt geopend,
worden vervangen (b.v. bij onderhouds- en ser-
vicewerkzaamheden). Wanneer de isolatielaag
op de branderdeur tekenen van beschadiging
vertoont, moet deze eveneens worden vervan-
gen (artikelnr. 210734).
• Plaats de compacte thermomodule (2, Afb. 8.2) in de
integrale condensatiewarmtewisselaar (1, Afb. 8.2).
• Draai de vijf moeren (7, Afb. 8.2) incl. houder voor de
luchtaanzuigbuis overkruis vast tot de branderdeur ge-
lijkmatig tegen de aanslagvlakken ligt.
• Bevestig de ontstekingskabel (5, Afb. 8.2) en de aard-
leiding (6, Afb. 8.2).
• Bevestig de kabels (3, Afb. 8.2) aan de ventilatormotor
en de kabel (4, Afb. 8.2) aan het gasblok.
• Sluit de gastoevoerleiding met een nieuwe afdichting
op het gasblok aan. Gebruik daarbij het sleutelvlak op
de flexibele gasleiding om de leiding tegen te houden.
Inspectie en onderhoud 8
1
2
3
33
Advertenties
Inhoudsopgave
